“Kent u die uitdrukking?”, zou dominee Gremdaat zeggen. Ja, ik ken die uitdrukking. Vaag, dat wel. Ik heb geprobeerd die regel weg te stoppen in een vakje in mijn hoofd op een plek zo moeilijk bereikbaar dat het vakje nooit geopend zou kunnen worden. Vlak naast de vakjes met de synoniemen: “Wat heb ik je gezegd?” en “Wat zei ik je?!”.
Ik heb een gruwelijke hekel aan die uitdrukking. Meestal worden ze gebruikt door echtgenoten die hun partner af willen straffen nadat ze een beslissing hebben genomen die achteraf nogal lullig uitpakt. Of door die irritante collega die zelf nooit ergens verantwoordelijkheid voor neemt maar, achteraf, collega’s even terecht wil wijzen. Kinderen zegen het ook nog. Kinderen onder de 8 jaar bedoel ik dan.
Het zijn meestal nogal vervelende figuren die dat zeggen. Mensjes die met een minderwaardigheidscomplex denk ik. Mensen die zich niet voldoende gewaardeerd of gehoord voelen. Mensjes die het wel beter weten maar dat niet durven te zeggen, bang om later zelf te horen te krijgen: “Ik zei het toch?!”.
Ik zat me deze week af te vragen waarom ik zo’n hekel heb aan die woorden. Is dat omdat ik die mensen zo irritant vind of omdat ze mij wijzen op mijn ongelijk? Omdat iemand mij er niet al te subtiel op wijst dat ik een fout heb gemaakt? Niemand wordt graag geconfronteerd met fouten. Ik dus ook niet. Nou ben ik zelf niet echt het type dat bij andermans fouten zwijgzaam toekijkt. Zeker als het om de politiek gaat. Dat zijn toch beroepsmatige beslissingsmakers dus als die de fout ingaan dan mag ik daar als kiezer iets van vinden. En daar vervolgens iets over roepen. Dat mag! Nog wel, al ben je tegenwoordig als snel een azijnzeiker als je dat doet.
Gelukkig voor de beslissingsmakers zitten die in een bepaalde flow. De flow dat ze hun eigen beroepsgroep nogal fantastisch vinden. En dan luisteren ze liever naar de nieuwe internetgoeroes die roepen dat je weg moet blijven bij mensen die kritiek op je hebben. Ze volgen liever vage twitterorakels die zeggen dat je als beslissingsmaker nooit moet luisteren naar mensen die klachten hebben. Ik wil zo niet zijn. Van kritiek kun je een beter mens worden. In je eigen bubbel blijven hangen met mensen om je heen die alleen maar roepen dat je fantastisch bent, daar schiet je niets mee op. Ik heb het vakje :”Ik zei het toch” in mijn hoofd dus maar weer geopend. Niet alleen om te ontvangen, maar ook om te zenden.
Zo was er enkele jaren geleden de ontwikkeling van de WePod. Dat is een wat slecht vorm gegeven uitvoering van een normale elektrische auto. Het ding rijdt langzamer als een normaal mens kan lopen. Het moet van afstand worden bestuurd, het rijdt niet eens zelf. Ede dacht met de WePod de cashcow van de 21e eeuw in huis te hebben. Bij Tesla lagen ze te bibberen in bed! Oh nee, we gaan het afleggen tegen de WePod. Er werden al stoplichten en parkeerplaatsen aangelegd voor de WePod. De ontwikkeling kostte 4,1 miljoen. Provinciegeld wordt er dan snel bij gezegd, alsof ik niet in de provincie Gelderland woon. Enfin, ik heb me nogal druk gemaakt over de WePod. Ik heb het een totale misser genoemd. Een mislukking. En dat voor het project klaar was.
Vorige week vrijdag stond in de Gelderlander dat de WePods voor een Apfel und Ei verkocht worden omdat het project niet succesvol valt te maken.
Ook zo’n faalverhaal is het Akoesticum. Ooit in het leven geroepen om de verliezen op de Kazerneterreinen te verbloemen. Gemeente Ede nam het uit de exploitatie en op de balans en verbouwde het pand voor miljoenen. Volgens mij een miljoen of 10 maar alle informatie is inmiddels geheim verklaard en niet meer terug te vinden op www.ede.nl. Ede zou het centrum van de vaderlandse cultuur worden en Ede verwachtte dat gans cultureel Nederland naar Ede zou komen om hier muziekjes enzo te oefenen. Ik heb me altijd afgevraagd waarom mensen dat zouden doen. Waarom zou je in hemelsnaam uit Amsterdam komen om hier in Ede je nieuwe liedje in te studeren? Er kwam uiteindelijk ook maar bar weinig volk naar het Akoesticum en het is inmiddels het zoveelste veredelde congrescentrum van Ede geworden. Maar het moest er zou er komen. Weer zo’n erfenis van een wethouder die zo graag iets achter wou laten. Ik heb me daar nogal druk over gemaakt. Maar in de raadsbubbel wordt niet meer geluisterd naar burgers. En zeker niet naar mij.
Deze week werd bekend dat het Akoesticum weer 1,5 ton gemeentesubsidie gaat ontvangen om ze te helpen omdat het niet lukt om de exploitatie sluitend te krijgen. Gek he? Ede geeft snel even een subsidie omdat het Akoesticum anders de huur niet meer kan afdragen aan de huurbaas. En wie is die huurbaas ook al weer? De gemeente Ede!
En dan nu, na al die jaren, na alle kosten voor de WePods en Akoesticum en andere totaal mislukte projecten, nu ga ik het zeggen:
“IK ZEI HET TOCH?!”
Hé….dat voelde lekker!