Zet twee mensen achter een marktkraam met een zak aardappels er op en in Ede zeggen we dan dat er een Festival gaande is. Zeg je dat er een festival is dan komen mensen massaal: we leven in een evenementenmaatschappij. Het maakt niet uit wat er te zien of te koop is want mensen komen op mensen af. Niemand wil het festival missen.
Geef vervolgens het festival een rare naam en zeg dat het over food gaat en dan krijg je een vergunning en vast wel een subsidie. Zo hadden we in Ede het festival Storrig waar jagers trots hun neergeknalde konijnen aan een schommel hingen en waar houtvuren zorgden voor de CO2 uitstoot en astmapatiënten op afstand hielden.
Maar nu komt er de overtreffende trap. Hērlīk. Een Scandinavische verbastering van het woordje ‘heerlijk’ neem ik aan. Het krantenbericht opent met de volgende zin: “Altijd al eens een edelhert willen ontleden, uitbenen en klaarmaken?”.
Nee. Ik niet.
Ik vraag me overigens af wat ze met dat klaarmaken bedoelen en of het hert dan nog leeft maar laat ik me beperken tot het ontleden en uitbenen. Er komt dus een hert, in dit geval uit de Oostvaardersplassen, alsof er in Ede zelf niet genoeg herten worden neergeschoten of aangereden. Maar goed, dat hert wordt opgehangen en dan kunnen de Edese kindertjes met messen lappen vlees van het karkas afsnijden. Wat een lol! De echte liefhebbertjes kunnen de organen verwijderen en langzaam met een theelepeltje de ogen eruit wippen of lekker snuiven aan een hertenlever.
Hebben de bezoekertjes nog niet genoeg vlees door de handjes laten glibberen dan heeft de organisatie nog een speciale verrassing: “Er komen levende kippen, die de deelnemers desgewenst zelf kunnen slachten”. Dat moet een bijzondere schouwspel worden. Bezoekers die badend in het hertenbloed achter levende kippen aanrennen om die zo snel mogelijk aan een satéspies te rijgen. Ondertussen struikel je over de lokale politici die hijgend van mediageilheid een selfie willen maken bij de druipende skeletten om het te posten op twitter of facebook. Bij de uitgang een grabbelton met kippenkoppen waaruit bezoekers een souvenirtje mee mogen nemen.
Hērlīk.
De nieuwste Edese aanwinst op festivalgebied. Dat had een andere naam verdiend. Het Festival der Smakeloosheid. Een hip horror festijn waar bejaarde bezoekers met Dubarrylaarzen, rare hoedjes en waxjassen opgewonden langs lappen afgescheurd vlees wandelen en fantaseren hoe ze zelf een hert ‘klaar maken’.
Jagers, met natte onderbroeken, die kwijlend met hun vette vingers over hertenhuiden strelen. De mannen die werden afgekeurd voor het leger of de politie maar een erectie krijgen als ze met hun dubbelloops vanuit een jachthutje een konijn omleggen.
De beschaving van een samenleving valt af te meten aan de wijze waarop ze omgaat met dieren zei Ghandi ooit.
En dat zegt iets over Ede.