Maandag leek er nog niets aan de hand. Ik functioneerde goed. Nou ja, net zo goed als anders in ieder geval. Aan het einde van de middag kreeg ik het warm. Dat gebeurt wel vaker maar dit was zo’n unheimisch gevoel van warmte dat je niet kunt plaatsen. Tegelijkertijd ontstond er een wat jeukerig gevoel achter mijn ogen. Het gevoel van droogte. Er in wrijven hielp niet.
Ook in mijn keel dat gevoel van irritatie. Alsof je stembanden lichtjes zijn opgeschuurd met korrel 5. Zoiets. Op dat moment leek het me het beste de droge atmosfeer de schuld te geven en ik zette de ketel aan voor een kopje thee maar ook om eens lekker wat stoom de huiskamer in te blazen.
Het viel me na een kwartiertje op dat het wel erg vroeg donker werd maandag maar achteraf bleek dat de binnenkant van de ramen nu wel vochtig genoeg waren. Voor mijn keel had ik inmiddels wat snoepjes gevonden. Niet dat sterke spul waar je gaat van janken maar in de Haagse Hopjes die ik vond zit nog meer suiker dan in een klontje van dezelfde grootte dus dat gaf wel even een boost.
Ik bleef natuurlijk ontkennen.
’s Avonds wat vroeger naar bed. Dat zou helpen. Een lekkere lange nacht maken. Dat lukte. En het goede nieuws was: ik had het niet meer warm. Ondanks een winterdekbed, die ze zo langzamerhand wel kunnen afschaffen met deze winters, bibberde ik van de kou. Aan mijn lijstje met klachten kon ik nog een element toevoegen: jeuk in mijn neus.
Voor ik het koffieapparaat had aangeraakt had mijn neus zelf ook de jeuk ontdekt en reageerde daarop door mij hard te laten niesen. En niet één keer maar wel tien keer achter elkaar. Dat had effect. Niet alleen buiten waar de windkracht stormachtige proporties aannam maar ook in mijn neus gebeurde er iets: die zat ineens verstopt met een slijmerig goedje. Ik weet niet waar dat daarvoor in mijn lichaam zat verborgen maar het blokkeerde nu mijn neusholte en ineens wist ik weer waar ik die normaal gesproken voor gebruik. Om zuurstof binnen te halen.
Even dacht ik nog de biomassacentrales of de regering de schuld te geven maar er was geen ontkennen meer aan: ik was verkouden. Uiteraard ben ik dan niet zo’n watje dat zich zelfzelf ziek verklaart en de omgeving vertelt griep te hebben en ik ging gewoon door met mijn dagelijkse routine. Maar na twaalf minuten en veertig seconden moest ik toch vaststellen dat dit geen gewoon verkoudheidje was, nee, dit ging om de MOEDER ALLER VERKOUDHEDEN.
Ik heb de laatste dagen horizontaal doorgebracht. Om mijn bed heb ik een soort Berlijnse Muur gebouwd van gebruikte Kleenex maar goed nieuws voor mijn werkgever: precies in het weekend ben ik weer opgeknapt!
Gezien de hoeveelheid snot dat mijn lichaam heeft verlaten zou ik nu toch eindelijk binnen de gezonde BMI-grenzen moeten uitkomen maar het lijkt er op dat de zakken AntaFlu één en ander gecompenseerd heeft.
Mijn dank gaat uit naar de makers van NetFlix die me doen afvragen hoe ik me vroeger door dit soort dagen heen worstelde maar volgende week ben ik er weer.
Voor U, uiteraard.