Het takenpakket van het college van burgemeester en wethouders van Ede staat precies beschreven op de website van de gemeente Ede. Daar is geen enkel misverstand over. Zij zijn dan ook hiervoor, zoals dat heet, politiek verantwoordelijk. De burgemeester en wethouders leggen verantwoording af aan de gemeenteraad. De burgemeester, de heer Verhulst, is onder meer verantwoordelijk voor de openbare orde en veiligheid. Wethouder Meijer is bijvoorbeeld verantwoordelijk voor jeugdzorg en bijvoorbeeld de publieke gezondheidszorg.
De burgemeester en de wethouders willen natuurlijk graag in de openbaarheid treden. In kranten, op tv, noem maar op. Zoiets is soms wel een opletmomentje voor zo’n functionaris.
De ongekozen burgemeester hoeft, om een voorbeeld te geven, geen verantwoording af te leggen in de gemeenteraad over het gemeentelijk gezondheidsbeleid. Dat moet wethouder Meijer doen, die is daar politiek verantwoordelijk voor. Groot was dan ook mijn verbazing, beter geformuleerd, mijn ergernis, dat deze burgemeester onlangs tijdens een uitgebreid tv-interview een en ander vertelde over het gemeentelijke gezondheidsbeleid dat nog besproken moest worden in de gemeenteraad. Zoiets behoort echt bij wethouder Meijer. Waarom deed de burgemeester zoiets?
Weet hij beroepsmatig iets van het gezondheidsbeleid in Ede? Dat weet ik niet. Is hij politiek verantwoordelijk voor dat beleidsveld? Natuurlijk niet, maar ondertussen wel hiermee op tv komen. Dat hoort niet, zoiets doe je niet. Dat vind ik niet beschaafd. Maar dat alles wordt wellicht weggewoven onder het begrip: “collegiaal bestuur”. Of in gewoon Nederlands: “elkaar vliegen afvangen”.
Ronduit geïrriteerd was ik bij het lezen van een artikel in EdeStad op 28 januari jl. Daar gaf wethouder Ritsema een uitgebreid interview over het landelijk beleid over gezondheid. Hij vertelde over de gemeentelijke reactie naar de rijksoverheid over de discussienota van die overheid. Weet wethouder Ritsema beroepsmatig iets van het landelijke gezondheidsbeleid? Dat weet ik niet, maar dat is dan ook volkomen irrelevant. Is hij in Ede politiek verantwoordelijk voor dat beleidsveld? Neen! Maar ja, als nieuwe wethouder, die nog steeds in Amsterdam woont, wil je mogelijk dolgraag in de plaatselijke Edese krant! Overigens, na het lezen van het interview, vroeg ik mij af of wethouder Ritsema bladzijde 36 van de landelijke nota wel gelezen had.
Ik begrijp ook niet waarom de journalist van EdeStad een wethouder interviewt over een onderwerp waarover die wethouder geen politieke verantwoordelijkheid draagt. Eigenlijk, en ik formuleer het voorzichtig, zou toch de politiek verantwoordelijke wethouder Meijer hier geïnterviewd moeten worden door die journalist.
Maar ach, misschien is er een stille revolutie aan de gang op het gemeentehuis. Misschien wil wethouder Ritsema zijn takenpakket wel stilletjes uitbreiden om geruisloos de takenpakketten van andere wethouders te verkleinen. Is dat niet een mooi item voor een nieuw, groter interview met wethouder Ritsema in EdeStad? Ik weet nu al een mooie kop voor dat artikel:
“wethouder Ritsema wil in Ede een daadkrachtig gemeentebestuur met minder wethouders”. En daaronder in kleine lettertjes: “wethouder Ritsema op overnamepad”.
Wel moet die GroenLinks wethouder dan in dat artikel beloven dat hij, in ruil voor zijn vergrote politieke verantwoordelijkheid en in ruil voor een prachtig artikel, in Ede zal komen wonen.
Afsluitend: deze column is niet echt gezellig. Te hard, te confronterend? Maar leepheid en slinksheid mogen nooit onderdeel zijn van de Edese politiek. Vandaar toch deze column.