Er zijn in Nederland 352 gemeenten.
De alfabetische lijst van die 352 gemeenten begint met de gemeente AA en Hunze, vervolgens de gemeente Aalsmeer, de gemeente Aalten, de gemeente Achtkarspelen, enzovoort, enzovoort, enzovoort. Ergens in het rijtje komt ook de gemeente Ede voor. De alfabetische lijst eindigt met de gemeenten Zutphen, Zwartewaterland, Zwijndrecht en tenslotte Zwolle.
Zo’n lijst is een simpele gortdroge opsomming. Niets meer en niets minder. Gewoon een feit. Een objectief gegeven.
Die 352 gemeenten hebben 352 gemeenteraden. Iedere gemeenteraad werkt op basis van een reglement van orde. Dat is een feit. Zo’n reglement van orde is in iedere gemeente vastgesteld door de gemeenteraad. Dat is lokale wetgeving, een zogenaamde verordening. Dat is een simpel feit.
In alle 352 reglementen van orde van die 352 gemeenten wordt exact vermeld op welke wijze een agenda van een gemeenteraadsvergadering wordt opgesteld en vastgesteld. Ook dat is een gortdroog feit.
In alle reglementen van orde is bepaald dat een presidium (alle fractievoorzitters en de burgemeester) of een agendacommissie (een aantal raadsleden, soms met en soms zonder een burgemeester) de agenda voor een gemeenteraadsvergadering opstelt. Het reglement van orde van de gemeenteraad van Ede spreekt ook van een agendacommissie. Hoe simpel is het!
Nu het verschil tussen de gemeenteraad van Ede en alle andere 351 andere gemeenteraden. De gemeenteraad van Ede heeft bepaald in het reglement van orde dat de agendacommissie van de raad bestaat uit de burgemeester en de griffier (een ambtenaar).
Als enige van de 352 gemeenteraden. Nogmaals als enige gemeenteraad van Nederland. Weer een simpel gortdroog feit.
Nu zou ik in een paar zinnen kunnen opschrijven wat ik daarvan vind, bijvoorbeeld in het kader van democratie. Echter u geachte lezer, dat kunt u uiteraard waarschijnlijk nog veel beter dan ik. Vandaag meld ik slechts gortdroge feiten, objectief vastgesteld en deze feiten kunnen getoetst worden (kijk daarvoor in alle 352 reglementen van 352 Nederlandse gemeenteraden; dat heb ik namelijk gedaan).
Ieder raadsvoorstel (van de burgemeester en de wethouders) in Ede wordt afgesloten met de volgende zin:
“Het raadvoorstel wordt aangeboden aan de Agendacommissie……..”
Ik zie het al voor mij. Wat nu volgt, is natuurlijk niet de realiteit (hoewel?). Na afloop van de collegevergadering (burgemeester en wethouders) snelt de burgemeester, met in zijn hand het raadsvoorstel, naar de overloop van de bestuursverdieping van het gemeentehuis. Vervolgens loopt hij naar de kamer van de voorzitter van de agendacommissie (dus zijn eigen kamer). Hij legt het raadsvoorstel op zijn eigen bureau en huppelt blij verrast naar de andere kant van het bureau. “Wat leuk” roept de burgemeester opgetogen: “Wat ligt daar, een raadsvoorstel???”. Meteen begint de burgemeester (die ook voorzitter is van de agendacommissie) het raadsvoorstel te lezen.
Ach, maar zo gaat het toch niet in bestuurlijk Ede, dat is toch niet de realiteit? Nee, dat gebeurt hier niet echt hoor!
Laten we ons dus maar beperken tot de tekst van het reglement van orde van de gemeenteraad van Ede.
De tekst over de Edese agendacommissie is namelijk kraakhelder en deze tekst is uniek in bestuurlijk gemeentelijk Nederland. De lokale democratie wordt hiermee door de plee getrokken. Dat is blijkbaar gewoon een feit in Ede.
Dan toch maar een mismoedige conclusie.
Voordat een gemeenteraadsvergadering in Ede begint, ontvangt ieder raadslid een agenda voor zo’n vergadering. Op die agenda staan de onderwerpen vermeld. Wie maakt en verstuurt de agenda? De burgemeester van Ede. Dus de gemeenteraad, gekozen door de inwoners van Ede, mag niet bepalen waarover vergaderd wordt. Nogmaals, de ongekozen burgemeester maakt, als enige burgemeester van Nederland, helemaal alleen zelf de agenda. In alle andere 351 gemeenten van Nederland bepalen de gemeenteraadsleden, soms in samenwerking met de burgemeester en meestal zonder de burgemeester, de agenda van een gemeenteraadsvergadering.
De burgemeester van Ede zou kunnen aanvoeren dat de raad zelf het reglement van orde heeft vastgesteld. Zo’n argument schaar ik echter tot ouderwetse machtspolitiek, waarbij de bijna vanzelfsprekende arrogantie van de macht de valse boventoon voert.