Supermarkt Lidl stopt met sigaretten- en tabaksverkoop en sluit zich aan bij de beweging naar een Rookvrije Generatie. Geweldig toch en niet iets om over te zeuren zou je denken. Dat ga ik toch even doen. Want, vraag ik me af, waarom wilden ze sowieso zulke troep verkopen?
Het antwoord is natuurlijk simpel. Je verdient er geld mee, de consument vraagt het en het is niet verboden. En gemakkelijk: de schade die het gebruik met zich mee brengt en waarvoor bij sigaretten en tabak duidelijk gewaarschuwd wordt, wordt afgewenteld op de maatschappij. Dat zijn geen kosten die de supermarkt hoeft te betalen.
Heel mooi dus dat Lidl stopt met de verkoop van die troep en ik hoop dat andere supermarkten het voorbeeld volgen. Maar het is niet het hele verhaal. Want als je geen sigaretten wilt verkopen, is het dan niet logisch om helemaal te stoppen met de verkoop van producten die schadelijk zijn voor mens, natuur en milieu?
Veel producten die supermarkten verkopen leiden namelijk tot bodemuitputting, het vervuilen van water en de uitstoot van fijnstof. En omdat supermarkten de consument wil lokken met lage prijzen dwingen supermarkten boeren goedkoop te produceren. Dit gaat weer ten koste van biodiversiteit, dierenwelzijn en leidt tot kappen van bossen en de uitstoot van broeikasgassen. En ook tot een verminderd plezier in boer zijn.
Waarom zouden voor de verkoop van die producten andere normen gelden dan voor sigaretten? Waarom staat er niet op alle producten die supermarkten verkopen hoe schadelijk ze zijn? Niet alleen direct voor de mens, maar ook voor dieren, planten, de aarde waarop we met zijn allen wonen.
Het antwoord is simpel. De supermarkten willen niet dat de consument weet hoe duurzaam hun product wel of niet is. Ze hebben geen behoefte aan etiketten met teksten als ‘Dit product is schadelijk voor de biodiversiteit,’ of ‘Voor de productie van dit product zijn de volgende bestrijdingsmiddelen gebruikt of zoveel bomen gekapt,’ of ‘Van de prijs van dit product gaat dit bedrag naar de boer.’
De belangrijkste reden dat ze dat niet willen is geld. Grote supermarktondernemers verdienen goud geld en zouden daarom boeren best meer geld voor hun product kunnen betalen. Boeren zouden daardoor duurzamer kunnen produceren. Maar supermarkten willen niet meer betalen. Het gaat ten koste van hun winst. Daarom hebben ze zich bijvoorbeeld ook jarenlang verzet tegen statiegeld op plastic flesjes. De kosten van het zwerfafval gingen toch niet ten koste van hun winstcijfers, dus wat boeit het. Laat die gekke vrijwilligers dat zwerfafvalprobleem maar in hun vrije tijd oplossen.
In Nederland en ook in Ede denken we dat we supermarkten kunnen dwingen hun beleid te veranderen door consumentenmacht. Als we de consument voorlichten over duurzame voedselproductie kiezen ze in de supermarkt vanzelf voor duurzame producten. Dat is bijvoorbeeld het idee achter het World Food Experience Center (WFC) in Ede. Ja, ja. Daarom is Albert Heijn zeker zo enthousiast over het WFC. Een vertegenwoordiger van de supermarktketen zegt hierover:
‘Om onze klanten dag in dag uit gezonde, lekkere en duurzame voeding te kunnen bieden, werken we nauw samen met de gehele voedselketen. Die keten kunnen we prachtig zichtbaar maken in de WFC Experience.’
Je mooi voordoen in het WFC en ondertussen in je supermarkt de consument niet willen voorlichten over de duurzaamheid van je producten en troep blijven verkopen die de aarde vervuilt en boeren uitbuit. Lekker bezig Albert Heijn.
Ik zeg u daarom dat dat niks wordt met die consumentenmacht. De enige manier om supermarkten te dwingen geen troep meer te verkopen is ze te verbieden troep te verkopen. Voor wachten op hun vrijwillige medewerking of het effect van voorlichting via het WFC is gezien de toestand van klimaat en milieu geen tijd meer.
Dus leuk hoor Lidl dat je stopt met sigarettenverkoop, maar als je consequent bent stop je helemaal met de verkoop van troep. En dat geldt voor alle supermarkten natuurlijk.