“Not the cleanest, but functional,” zei de Engelse schapenboer terwijl hij de deur naar zijn toilet voor mij open deed. Het understatement van het jaar, want een smeriger toilet kwam ik zelden tegen. Waarschijnlijk hebben de Britten door alle aandacht die de Brexit eist, geen tijd meer om hun toiletten schoon te maken, bedacht ik me. Terwijl juist toiletbezoeken een reden kunnen vormen om voor meer Europese eenheid te zijn. Hoezo?
Ik was net aangekomen op een Duits treinstation en had hoge nood. Aangekomen bij het toilet bleek een munt van 50 pfennig, de euro was er nog niet, noodzakelijk om de deur van het toilet te openen. Maar ik had alleen guldens, kwartjes en dubbeltjes?! Gelukkig had het toilet geen plafond en kon ik door een ingewikkelde klimpartij (nood breekt wet) toch toegang krijgen. De opluchting duurde tot het moment dat iemand aan de andere kant van de deur 50 pfennig in het muntslot deed en de deur opende. “Besetzt,” riep ik half overeind komend en de deur dicht drukkend, tegen een verbouwereerde Duitser. Een ongemakkelijke situatie. Gelukkig hebben we nu de euro en kan een muntstuk van 50 eurocent dit leed zowel in Duitsland als in Nederland voorkomen.
“Ga dan ook niet op vakantie,” zei een kennis die zelf nooit op vakantie ging omdat ze geen gebruik wilde maken van vreemde toiletten. Vooral van het idee van warme brillen kon ze gruwen. Tsja, je wil wat van de wereld zien en dan heb je wel eens ongemakken.
We gingen in Egypte met de boot van Aswan naar Aboe Simbel over het Nassermeer. Tweeëneenhalve dag varen heen en tweeënhalve dag terug. Het budget was klein, dus we sliepen derde klas, op het dek. Onze etensvoorraad was nog voor vertrek door kakkerlakken in beslag genomen. ’s Avonds roetsten best wel grote ratten van voor naar achter over ons slaapdek in de richting van het niet verlichte toiletgedeelte. Spontaan opgekomen obstipatie kon niet voorkomen dat ik ’s nachts toch even moest. Met enige huiver stapte ik de pikdonkere gang in en opende een toiletdeur. Om mogelijk aanwezige ratten niet te verontrusten, ging ik het toilet niet binnen en richtte ik vanuit de gang richting het toilet. Dat was niet meer dan een gat in de vloer. Ik wilde net aan mijn Manneke Pis act beginnen toen ik de voorstelling abrupt moest beëindigen. Mijn enigszins aan het donker wennende ogen ontwaarden namelijk een boven het toiletgat gehurkte man. Ik had hem kunnen raken, maar dat leek me niet gepast.
Kan het ongemakkelijker? Ja!
Ik was in een restaurant. In het midden stond op een verhoogd gedeelte het toilet. Bij binnenkomst van het toilet werd ik geconfronteerd met een rampzalige situatie: een door verstopping tot aan de rand gevulde pot. Er was geen tijd voor een weg terug. Ik moest me slechts aan één ding houden: niet doortrekken. Als een mantra herhaalde ik dat: niet doortrekken, niet doortrekken, niet doortrekken.
De mens is een gewoontedier. Bij het verlaten van het vertrek reikte ik in een automatisme naar de spoelknop. Ik werd direct door een totaal gevoel van ontzetting overspoeld. De gevolgen waren dan ook niet te overzien. Met afgrijzen zag ik de inhoud van de pot over de rand gutsen. In paniek deed ik het deksel naar beneden en ging er op staan. Het gutsen werd nu deels spuiten. Het werd me duidelijk, hier was de aftocht de enige redding. Terwijl de inhoud van de wc als een tsunami achter mij aan het restaurant in spoelde, vluchtte ik beschaamd naar buiten.
Er is nog wel meer, maar laat ik het hierbij houden en u niet verder tergen met onsmakelijke verhalen. En dat in het besef dat voor veel mensen op de wereld zelfs een niet zo schoon, maar wel functioneel, eigen toilet nog een onbereikbaar ideaal is.