Ik spreek wel eens mensen die denken dat ik een fulltimebaan heb in de journalistiek. Maar nee hoor. Ik ben sinds 1985 onafgebroken 1.0 fte werkzaam als procesoperator. Na het Middelbaar Agrarisch Onderwijs ben ik begonnen bij een bedrijf dat zich bezighoudt met de verwerking van slachtafval en kadavers. Allemaal in het kader van ‘De één z’n dood is de ander z’n brood’. Zestien jaar lang heb ik daar dan ook dagelijks heel veel dode dieren voorbij zien komen. Ook als gevolg van (preventieve) massaruimingen!
Zo heb ik nog steeds op mijn netvlies staan hoe zo’n 65.000 gezonde mestkalveren afkomstig uit Ierland moesten worden afgemaakt omdat er één geval met BSE in Nederland was ontdekt. Ladingen met kort daarvoor gedood rundvee, lagen in de voorraadbunkers nog hevig na te dampen om even later vermorzeld te worden. Een intrieste aanblik. Het heeft bij mij in ieder geval wel een denkproces over consumptie van vlees en hoe we omgaan met dieren in gang gezet!
Afgelopen tijd is er in gemeente Ede bij diverse pluimveebedrijven vogelgriep uitgebroken. Bij duizenden dieren strak op elkaar met maar één doel… op een heel onnatuurlijke manier, in een zo kort mogelijke tijd, zo veel mogelijk vlees te laten ontstaan. Maar diverse ziektes bedreigen dus dit proces continu waarbij de getroffen dieren dan het slachthuis mogen omzeilen door bij een destructiebedrijf te eindigen als veevoer of als brandstof. Maar gauw weer door met de volgende mestronde hè!
Vlees blijft een uiterst inefficiënte manier van voedselproductie. Grond waarop nu gras of mais groeit zou veel beter benut kunnen worden producten die rechtstreeks door de mens geconsumeerd worden. Ook wordt er veel veevoer van ver geïmporteerd. We blijven dan ook zitten met allerlei kwalijke gevolgen van een bovengemiddeld grote industrie hier in onze omgeving. De belasting op ons leefmilieu is dan ook enorm. Fijnstof, stikstof… het zal u intussen allemaal wel bekend in de oren klinken toch!
Hoewel ik geen vegetariër ben is de consumptie van vlees in ons gezin sterk gedaald en kiezen we meestal voor iets van biologische afkomst en eten wat vaker vis dan voorheen. Maar ik sluit niet uit dat in de toekomst voor mij persoonlijk vlees wel eens helemaal van het dagelijkse menu gaat verdwijnen. De hele industrie is al heel lang een blok aan het been voor dierenwelzijn en het milieu. Het wordt dus hoog tijd voor verandering, Niet dus ‘minder boeren’ maar juist geheel anders gaan boeren!
Nu wonen wij hier in gemeente Ede in een gebied dat sterk gefocust is op de vleesindustrie en dat ook graag politiek wil promoten als ‘Foodvalley’. Ik ben dan ook benieuwd wat de visie is die in het World Food Center gepresenteerd gaat worden. Hopelijk kijken we over een decennia of wat net zo op de bio-industrie terug als op ons slavernijverleden. Maar het is uiteindelijk allemaal in handen van u en mij als consument. Heel simpel, daar staat of valt een bedrijfstak nu eenmaal mee!
Merkwaardig: af en toe vis in plaats van vlees… Alsof dat geen levende wezens zijn. Alsof het gros van de in NL verkochte vis geen kweekvis is, die onder al even erbarmelijke omstandigheden leeft en ook sterft van de chemicaliën en medicijnen.
Héél merkwaardig.
We zullen als mensheid, als soort, als ”rentmeester(es)’ en als individueel mens als de wiedeweerga moeten matigen. Qua consumptie van vlees, van vis, van fossiele energie, van luxe goederen die we heen en weer verslepen de halve aardkloot over. Dat moeten we niet bij de ander neerleggen, of bij de overheid, of bij de bedrijven, of bij welke organisatie dan ook. Nee, bij onszelf, bij jou en mij. Dat moet voor de ander, voor onszelf, voor onze (klein)kinderen, voor onze medewezens. Dat kan. Dat is fijner, dat is leuker en dat maakt deze prachtige aarde duurzaam, houdbaar en nog mooier.