Afgelopen week ging ik op een dag iets eerder uit mijn werk naar huis om nog iets in het centrum van Ede te regelen in verband met de verjaardag van mijn vrouw. Ik zag hem daar zitten buiten bij een winkelzaak. Ik groette hem, stapte op hem af en we raakten in gesprek. Een paar jaar geleden waren we nog collega’s. Van oorsprong komt hij uit een land in het Midden-Oosten en via Duitsland was hij al weer lang geleden in Nederland en dus in Ede beland. Al gauw merkte ik dat hij in de tussenliggende tijd weinig veranderd is.
“Waarom ben je blij?” vroeg hij in het verleden wel eens als ik hem ’s ochtend in de kleedruimte aantrof. “Nou ja, het zonnetje schijnt lekker en tijdens de fietstocht hier naar toe heb ik genoten van de mooie kleuren die de bloemen hebben in de berm aan de Keesomstraat en ik ben gewoon blij dat ik aan het werk kan gaan” voegde ik er nog aan toe. Hij keek daarbij nors en etaleerde zijn totale onbegrip al hoofdschuddend en liet dit dan ook overduidelijk blijken. “Onzin Jolmer… dat bestaat niet, genieten van dit soort dingen!”
Na zijn vraag hoe het nu met mij gaat en ik ‘goed’ antwoorde begon hij zijn twijfel nu ook al gauw weer te etaleren. “Hoeveel tijd per dag ben je echt blij?” Hij ging mij voorrekenen dat dit nooit veel kan zijn. Voor elke 24 uur die een etmaal kent trok hij er acht voor het slapen af, negen voor werk- en reistijd, verder nog een fiks aantal voor het boodschappen doen, eten koken, afruimen en de afwas doen en alle andere beslommeringen die het leven zo met zich meebrengt. Kortom, de momenten om echt blij te kunnen zijn uiteindelijk maar schaars.
Ik bracht er nog tegenin dat je tijdens je werk of huishoudelijke zaken ook best plezier kan hebben. Maar dat was nog steeds in zijn optiek onmogelijk. De momenten van intens geluk waren voor hem zeer beperkt en het leven op zich was slechts heel veel verpakking waarin een klein beetje geluk verborgen zit. Ik herinnerde mij dan ook dat hij zijn totale levensvisie vaak samenvatte als “Het leven is geen donder.” Een poosje geleden bleek uit een onderzoek dat gemiddeld gezien inwoners van Ede op de gelukzaligheidsschaal de hoogste score halen in Nederland.
Ik moest daar opeens aan denken. Dat betekent tegelijk ook dat er Edenaren zijn aan de andere zijde van het gelukspectrum. Mijn oud-collega is hier dus één van. Ik besef dat ik kan ‘praten als Brugman’ maar hem overtuigen dat er meer geluk voor het oprapen ligt dan hij wil zien dat kan ik helaas niet. Ik koester dan maar het feit dat ik in het verleden, en nu ook weer een paar keer, toch een lachje op zijn gezicht hebt kunnen toveren. Ede Gelukstad… helaas niet voor iedereen.