Negentig jaren oud werd ze maar jong van geest bleef ze.
Als jongen leerde ik haar kennen als overbuurvrouw. Ze was toen jong bejaard en woonde in bij een oude familie, een broer en zus van dik in de zeventig. Samen met een andere vrouw verzorgde zij de huishouding. Er was een of andere vage familieband tussen de verzorgers en de verzorgden maar die was mij niet duidelijk. Wel duidelijk was dat tante Loe zoals we haar al gauw noemden zich uitsloofde en opofferde. Ze deed de boodschappen, ging wandelen met de broer die zwaar op haar leunde omdat hij slecht ter been was. Hij was kunstschilder, ze deed alles om zijn werk te ondersteunen, een penseel wist hij voortreffelijk te hanteren, maar een stoffer des te minder. Ze klopte dekens uit en harkte de tuin. Als ze eens wat tijd over had, stak ze over en kwam graag even aan. Ze vond het zo leuk zei ze om dat jonge spul, mijn broers en ik, te zien spelen. Zelf was ze, zo vertelde ze me later, enig kind en is ze altijd ongetrouwd en kinderloos gebleven. Dat ging zo in die tijd. Ik weet zeker dat ze een geweldige moeder zou zijn geweest.
Vele jaren later toen onze tweede dochter een paar weken oud was, was ze bij ons op bezoek. Toen ik met onze baby binnenkwam, zag ik hoe haar gegroefde gezicht glansde en verjongde. ‘Wilt u haar even vasthouden tante Loe?’
Ze antwoordde niet maar strekte slechts haar armen uit. Teder nam ze het kindje in haar armen. En toen begon ze zachte woordjes te praten. Tegen de baby, tegen ons en tegen zichzelf.
‘Och, och, wat heb je kleine handjes moet je es kijken zo fijn. Zo roze. Moet je die vingertjes zien. Wat teer. Wat een lief kindje ben jij. Moet je eens voelen zo zacht als die voetjes zijn’.
In die paar minuten haalde ze een hoop moederschap in.
Toen ze later in een bejaardenhuis ging wonen, zocht ik haar regelmatig op. We babbelden wat, keken in een reisboek of zetten een grammofoonplaat op. Caruso of Mario Lanza vond ze prachtig. Plots stond ze op en vroeg: ‘zullen we dansen?’.
Al dansend in dat krappe kamertje vertelde de 88-jarige over haar enige liefde in haar leven: ‘Ik was 18 toen ik kennis kreeg aan een kaptein uit de marine. We dansten op deze zelfde muziek. Hij was een knappe man, een lieve jongen’.
En ze draaide neuriënd in het rond mij leidend in haar dans. Als door een wonder was zij 18 geworden en ik de kaptein.
Een van haar laatste avonturen beleefde ze in de filmzaal. Elke vrijdag was het filmavond in het tehuis. Door een of ander misverstand was er een omwisseling gebeurd. Niet de zoveelste uitvoering van The Sound of Music maar Wilde nachten in Tirol was bezorgd. De meeste oudjes reageerden geschokt en verlieten de zaal. Zo niet een koppige oude man van de derde etage en …tante Loe. Ze vermaakten zich kostelijk met het gebodene. Totdat de directeur persoonlijk een einde maakte aan de voorstelling.
Met de spirit van tante Loe oud mogen worden, daar teken ik voor.