Deze week werd bekend dat stadsvogels in aantal broedparen achteruit gaan. In het bijzonder de Huismus, de Heggenmus, de Houtduif en de Merel. Nu woon ik in stedelijk gebied en misschien dat de vogels Ede geen stad vinden, maar in onze tuin gaat het met deze broedvogels juist goed.
Weliswaar broedt de Huismus met een enkel paar onder mijn dakpannen, maar tegenover ons huis staat een kerk waar de mussen met tientallen paren broeden. Voedsel komen ze in onze tuin halen: insecten, spinnen en bessen. Zodra de jonge mussen vliegvlug zijn volgen ze hun ouders naar onze tuin. Daar tsjilpen ze in de struiken, ze maken al snel ruzie met de hele groep of doen mee met een gemeenschappelijk zandbad. Het zijn sociale vogels die me altijd doen denken aan mensen. Zelf zien ze het juist andersom: mensen doen hen denken aan mussen. Vandaar dat mensen en mussen een prima match vormen. Na een dip in de jaren 2006 tot 2012 gaat het nu elk jaar beter met de aantallen jonge huismussen in onze tuin.
Vanaf dat we in Ede kwamen wonen hadden we ieder jaar meerdere uitgevlogen broedsels van de Heggenmus in de tuin. Hun nest is kunstig vervlochten met klimophaag of braamstruik en zeer lastig te vinden. Door hun gedrag nauwlettend te volgen kom ik er altijd wel achter waar het precies zit, maar ik ga het niet blootleggen. Ik ben veel te bang dat een slimme gaai of kat mijn bewegingen volgt en het nest in een onbewaakt ogenblik komt leeghalen. Het bijzondere aan heggenmussen is hun liefdesleven. Overspel zit letterlijk in hun genen. Mevrouw Heggenmus doet het het liefst met de knapste man, maar ze wil een trouwe man als vader voor haar jongen. Dus vrijt ze eerst met meneer Heggenmus, verwijdert zijn zaad ongemerkt en vliegt naar haar knappe minnaar van wie ze het zaad gewoon laat zitten. Meneer en mevrouw Heggenmus voeden vervolgens samen braaf de jongen op.
In onze vorige tuin in Soest broedde een houtduivenpaar. Toen een van de jongen uitvloog landde het pardoes op mijn schouder. Vervolgens begon het jong alsof het de gewoonste zaak van de wereld was in mijn oorlel te pikken. Het deed geen zeer, was wellicht vriendelijk bedoeld, maar het tekent de vertrouwdheid waarmee nog jonge tuinvogels zijn behept. Al jarenlang doen houtduiven pogingen om nesten uit te broeden in onze stadstuin. Soms tot wel 6 pogingen per jaar. En bijna altijd gaat het mis. Een slimme gaai, ekster of kraai vliegt voorbij, ziet al snel een dikke houtduif zitten op een slordig takkenbouwsel en hup weg zijn de 2 witte eieren. Of pa en ma Houtduif zijn zo druk aan het koeren en kroelen met elkaar dan wel ruzie maken met de buren dat ze zelf in al hun charmante lompheid de eitjes uit het nest stoten. Maar 2 jaar geleden zat er ineens een dik jong in de spar. Anders dan de ouders heeft het geen witte nekring. Het is een koddig gezicht hoe het jong met veel vertoon van vleugelgewapper zijn kop steekt in de krop van zijn ouder. Dit jaar kwamen er zelfs 3 jonge duiven uit.
Is er een melodieuzer, melancholieker vogelzang denkbaar dan dat van de Merel? Waarbij komt dat elke merelman een hoogst persoonlijk, uniek lied zingt. Stadsmerels zingen hoger dan bosmerels om boven het verkeerslawaai uit te komen. Vorig jaar zat er een bosmerel te zingen in een boomtop bij de Kreelse Plas. Zijn zang was een welluidende alt en verhief zelfs de pauze tussen de strofen tot serene stilte. Zowel de merel als ik vergaten tijd en afspraken en zonken weg in een muzikale mijmerij. Maar ook de merels in mijn stadstuin schrijven geschiedenis. Ik herken ze aan hun eigen melodie en geef ze dan ook namen: Pavarotti, Kerel, Romeo, Zwijger. Hun vrouwen noemde ik Zij, Merel, Julia, Eva. Dit seizoen huisden Mario en Jeanne in de tuin. Maar ik vraag me af of ik Mario zal terugzien want dit seizoen liep hij ineens mank. Jeanne stond er bij het opvoeden van de 3 jongen plots alleen voor – midden in de droge periode – en het broedsel ging dan ook verloren.
Een van de mooiste herinneringen aan mijn lievelingsvogel is de zonnebadende Romeo. Na een succesvol broedseizoen nam-ie het ervan, op 1 meter afstand van mijn zonnebadende lijf.
Welke vogel in of boven jouw huis, tuin of balkon vloog recht jouw hart in?