We willen troosten, bemoedigen, knuffelen, we willen nabij zijn, maar moeten afstand houden. En als we dat doen voelen we ons schuldig omdat we lijken af te wijzen uit angst, eigenbelang, maar als we nabij komen voelen we ons schuldig omdat we die ander ongewild in gevaar brengen.
Wat moest ik wennen aan deze tegenstrijdigheid in gevoelens. De eerste dagen liep ik in een wijde boog om mensen heen die ik op straat tegenkwam. Om mezelf te harden dacht ik dat ik ze niet moest aankijken en niet groeten. Maar nadat ik de berm was ingesprongen toen een peuter op me af kwam rennen, dacht ik: dit is te gek!
Nu heb ik de juiste knoppen in mijn kop gevonden: afstand houden + oogcontact zoeken + groeten. Het is na enige training te doen.
Aan het begin van het coronatijdperk volstond niet handen schudden. Dat was al erg vreemd. Je bent gewend een begroeting te starten met een handdruk, maar nee dus, je bindt je hand op je rug en negeert de sociale reflex. Toen kwam het gebod om handen te wassen, voor en na ieder contact, eerst alleen met mensen, toen ook met metalen voorwerpen en nu met alles buitenshuis. Alleen vlak na het handen wassen mag je aan je gezicht zitten. Niet eenvoudig als je tijdens het boodschappen doen ontieglijke jeuk aan je neus krijgt.
Supermarktbezoek is synoniem geworden van het slagveld betreden. Social distancing en hygiënemaatregelen vereisen een strak regiem. Dus regelt het supermarktpersoneel het 1-klant-per-winkelkar beleid. Plus verplicht ontsmetten van het winkelkarhandvat. Mondkapjes en handschoentjes zijn nog niet voorgeschreven, maar die zitten er aan te komen. De sociale kramp heeft me ook tijdens het winkelen bij de strot. Voor het coronatijdperk kocht ik elke week 3 zakjes Anta flu voor mijn collega-postbezorgers (en mezelf). Maar nu durf ik dat niet meer te doen uit angst voor hamsteraar te worden versleten, dus houd ik het bij 2 zakjes.
En wijn in de aanbieding? Kun je nog steeds 6 fijne flesjes halen 3 betalen? Ik hoop niet in de verleiding te worden gebracht.
Social distancing in combinatie met beschermende kleding dreigen in ontmenselijkende sferen te raken nu bekend geworden is dat het virus zich ook kan verspreiden door te dicht tegen elkaar te gaan praten. Nu heeft Moeder Natuur (ja, zij zwaait ook de scepter over de virussen) ons bij de taas. Na hoesten, niesen, fysiek contact en nabijheid, krabben en snuiten, heeft ze ook onze communicatie in de ban gedaan.
Waarom is ze zo boos? Hebben we het er zelf naar gemaakt?
Nu moet ik niet klagen. Het sociologisch experiment waarin we terecht zijn gekomen door corona moeten we door in het belang van anderen en onszelf. Er zijn in ons land al meer dan 1650 mensen overleden aan het virus en een veelvoud ervan is flink ziek (geweest). De gezonden moeten zich strikt houden aan de coronarichtlijnen om de zwakken te beschermen én om de zorgverleners niet te overbelasten.
Maar hoe heeft dit killervirus zich zo razendsnel wereldwijd kunnen verspreiden?
Laten we nadenken over een minder jachtige wereld voor na dit tijdperk. Dichter bij huis blijven. Niet zoveel goederen over de aardbol verslepen. Meer buffers opbouwen. Beter voorbereid zijn op rampen en crises. Maar vooral doorgaan met samenwerken in plaats van elkaar beconcurreren. Dit tijdperk maakt ons duidelijk dat waar wij vroeger elkaar bevochten, wij nu prima samen kunnen vechten tegen een duivels virus.