Op naar de Provence terwijl we eigenlijk thuis niet gemist kunnen worden. Maar ja, als je op een gegeven moment toezegt aan een oude vriendin te komen dan moet je ook gaan. No excuses van oude auto die de lange reis niet meer aan kan. Allez hop, de grens over, en route, vooruit met de geit!
We doen het rustig aan. Net voor het buitenland een hotelletje pakken – gezellig Gulpen met zijn glooiend heuvelland. De volgende ochtend zitten we aan de oever van de klaterende Gulp. Wat een begin van een stralende lentedag!
20 uur later rijden we La Douce binnen. Een zonovergoten dag onder een blauwe hemelkoepel. Rotszwaluwen zwieren boven een door de tijd zelf geboetseerd massief aan de voet waarvan het mooiste dorp ter wereld zich uitstrekt. Italiaans aandoende steegjes waarin elk keitje anders ligt en horizontaal lopen onmogelijk is, maar waar elk plekje gevuld is met mediterrane kleur, geur en karakter. Een dinsdagmarkt met kleden vol plantenmotieven, fruit en groenten, houtsnijwerk en frivole zomerjurkjes. Een galerie gerund door een bescheiden artiste die een parel van een cipressenlandschap aan de muur heeft hangen. Het dorp van slechts 2200 inwoners heeft nog een heus postkantoor! Oké, het is gesloten tijdens de lange, lange middagpauze, maar toch: ze hebben er eentje. In Ede met zijn 110.000 inwoners vond men het te duur en niet meer van deze tijd. En hier in dit kleine dorp kun je alle informatie krijgen over verzending van brieven of pakketten en allerlei soorten van geldtransacties.
Tijdens een wandeling in het dorp valt op dat in alle tuintjes, hoe klein ook, een hoekje overblijft voor een plant of boompje. Tussen natuurstenen bouwsels of rotsige hellingen kronkelt een mimosa of wankelt een bloembak.
Op de top van het rotsmassief woont onze 81-jarige vriendin, half Française-half Nederlandse, ons verwelkomend met open armen, twee katten en een gul hart. We eten van haar macaroni en geitenkaas, drinken haar witte wijn en bewonderen haar witte natuurstenen huis met de blauwe luiken en kruip door sluip door gangetjes en trappetjes.
In de tuin bloeien de lissen uitbundig en de eerste vijgen bollen zich al peervormig. We helpen de vitale vriendin met sproeien en wieden van haar bijna hectare grote tuin. Rondom haar huis staan grote regentonnen om de spaarzame regen die van het dak spoelt op te vangen. Zo kunnen haar olijfbomen de tijden van droogte doorkomen, hebben ze althans een goede kans om de droge zomer te overleven en vrucht te dragen. Onze vriendin vertelt dat de burgemeester haar en haar dorpsgenoten dringend heeft verboden ook maar 1 druppel kraanwater te gebruiken voor gewasbesproeiing. In tijden van klimaatopwarming moet men behalve creatief kennelijk ook streng zijn.
Om een schilderij echt te zien moet je soms een paar passen achteruit doen. Een Zuid Frans dorpje hoeft voor een Nederlandse stad, ook al is die gelukkig, geen voorbeeld te zijn. Maar soms kun je er wel van leren. Waarom zou daar een postkantoor wel uitkunnen en hier niet? Waarom zouden we hier geen regentonnen uitdelen aan bewoners? Dat bespaart kostbaar leidingwater. En is het zo gek om inwoners korting te geven op de WOZ belasting als ze ruimte geven in hun tuin en op hun balkon aan zoveel mogelijk groen? Dat we de gelukkigste stad van Nederland zijn, is leuk voor ons mensen, maar nu zijn de planten, de insecten en Moeder Aarde aan de beurt.
Foto en copyright: Marijke Barlage