Van tevoren zag ik een beetje op tegen de nachtjes die ik mocht oppassen op mijn pasgeboren kleinzoon Ruben. Wie heeft er nu zin in poepluiers verschonen, gehaspel met drukknoopjes, met een slaperig hoofd flesjes poedermelk bereiden? Welke grootouder kan 4 uurtjes slaap per etmaal aan, 80 slaapliedjes zingen voordat eindelijk baby’s oogjes gaan luiken, voor de derde keer die nacht van een matras naast de wieg opkrabbelen omdat de kleine het hele huis bij elkaar blèrt?
Toch ben ik welgemoed begonnen aan mijn eerste nachtje oppas. Tenslotte ben ik een ervaren vader, houd ik mezelf voor. Als je ooit zwemmen hebt geleerd, verleer je het nooit. Zo is het toch ook met babyzorg? Luier verschonen, in slaap wiegen – fluitje van een cent, kind kan de was doen.
Ahum…
De luiers van nu zijn anders. In mijn vadertijd hadden we katoenen luiers (veiligheidsspeld vlakbij dat tere huidje) en later toen we ze konden betalen: papieren luierlappen. Nu zijn er van die papieren vouwluiertjes met kleurstreep. Best handig ware het niet dat hun plakstrips akelig goed verstopt zitten en te klein voor mijn handen. De trappelzakjes zijn fijn want Ruben kan zijn pyjamabroek en sokjes uittrappelen maar het trappelzakje niet. Wel een uitdaging dat babylief al trappelt als ik hem het trappelzakje aandoe. Er ontstaat een worsteling met mijn kleinzoontje omdat hij al trappelend mijn perspectief op de drukknoopjes steeds in de war schopt. Daar komt bij: het trappelzakje heeft 12 drukknoopjes.
Eenmaal bezig met de kleine vertraagt de tijd. Hij neemt voor de nacht afscheid van zijn moeder. Zij geeft hem de laatste borstvoeding en zal hem morgenochtend opnieuw laven. Dan neemt opa de zorg voor de nacht over. Even zien. Hebben we alles? Luiers, speeldoosje, speen, mutsje, zalf, billendoekjes… Even ruiken aan de bips. Alles fris. Dus in de wieg leggen maar. Goed toedekken, niet te strak, niet te los. Armpjes vrij. Mutsje op. Ruben ligt. Ik zing en streel hem in slaap. Hetzelfde slaapliedje – Suze Nanje Doe, een oud Gronings liedje waarmee mijn moeder mij ook in slaap wiegde – herhalend en herhalend totdat ik in het donker zelf op de matras naast het wiegje lig.
Om kwart voor drie meldt Ruben zich. Nee, hij huilt door. Dus actie. Ik til de kleine uit de wieg zijn hoofdje ondersteunend. O jee, alarm gaat af! Hartslagmoderator vergeten uit te zetten. Ruben schrikt er ook van. Vieze luier af. Huidje drogen. Goed tussen de plooitjes. Schone luier om. Aankleden. Shit: zalf vergeten voor de billetjes! Vooruit maar: boel weer losmaken. Vind-ie niet leuk. Stil maar manneke. Opa zo klaar. Beetje zalf erop smeren. Lichtjes inmasseren. Ja, vind-ie best lekker. Met de baby op de linkerarm maak ik met de rechterarm het flesje klaar. 100 ml water. 3 schepjes poeder. Goed schudden. Flesje verwarmen. Niet te heet, niet te koud. Melk checken op pols. En sabbelen maar. Hoe rustgevend voor hem en mij. De zuiggeluidjes, de oogjes die tijdens het drinken ook soms mijn gezicht onderzoeken. Het kalm verminderen van drinktempo, het luiken en dichtvallen van oogleden. Flesje op. Tegen schouder aanleggen. Boertje doen. Heel voorzichtig in wieg leggen. Toedekken. Mutsje op. Hartslagmoderator aanzetten. Suja Suja, Kindje zingen. Dat liedje gemaakt door mijn vader doet het nog steeds prima. Over zijn slaap aaiend valt hij na 10 minuutjes in slaap. Al suja suja neuriënd ga ik weer liggen op mijn matrasje naast de wieg.
Rust. We zakken weg in een suja suja staat tussen droom en werkelijkheid. Zwevend op een roze wolk die verandert in een blauwe en oplost in een regenboog waarlangs we glijden in een put die verdacht veel lijkt op een pot met goud. Om kwart over zes meldt Ruben zich weer en dat is verheugende realiteit.