Sommige gebeurtenissen zijn als pylons op je levensweg. Voor eeuwig in je hersens gegrift. Wat als je toen niet zus had gedaan, maar zo? Ooit – in een vorig tijdperk, een vorige eeuw, een vorig millennium – hadden we in dit land de militaire dienstplicht. Alleen voor jongens. Naarmate de tienerjaren verstreken werd de schaduw van deze naderende plicht groter en groter totdat deze roofvogel in de vorm van een oproep je bij de kladden greep. Dus moest ik na mijn middelbare school opkomen voor de keuring militaire dienstplicht. Goedgekeurd. Toen ik weigerde verscheen ik voor een commissie. Geen principiële bezwaren? Wat zeg je? Je hebt verstandelijke bezwaren? Heb je er geen bezwaar tegen om vervangende dienst te doen, hoe zwaar of vuil ook?
Dat had ik niet.
Maanden erna kreeg ik een brief van Defensie. De wet bood geen ruimte om dienst te weigeren op grond van rationele bezwaren. Omdat ik tegen de commissie had gezegd geen bezwaren te hebben om tegen anderen die mijn land aanvielen de wapens op te nemen, maar geen onderdeel wilde zijn van een systeem van opeenstapelende kernwapens, werd ik niet erkend als gewetensbezwaard. Ik zou nog nader horen over vervangende dienstplicht.
Wat is een geweten?
Ieder zal daar een eigen opvatting over hebben. Voor de een is het doden van een mens absoluut onaanvaardbaar, voor de ander is het geoorloofd onder bepaalde omstandigheden. Er zijn ook lieden die het doden van mensen als roeping zien. Een geweten is dus veranderbaar zoals de kleuren van een kameleon. Aan de andere kant zijn de meeste mensen ervan overtuigd dat er zoiets bestaat als een collectief geweten, ja zelfs een zweem van universeel normbesef.
Met een mes een kindercrèche binnendringen en baby’s doodsteken zonder wroeging.
69 jongeren die voor een feest op een eiland bijeenzijn doodschieten zonder berouw.
Een grensrechter die tegen je vlagt samen met anderen belagen en doodschoppen.
Een klasgenootje doelbewust en aanhoudend sarren en tot zelfmoord dwingen.
Eerst de vrouw die je baarde doden en dan een basisschoolklas uitmoorden.
Met een kalasjnikov een theater binnenstormen en een inferno aanrichten.
Een jonge vrouw van de fiets sleuren, verkrachten, doden en berekend dumpen.
Waar was het geweten?
Omdat ik na vier maanden nog geen uitsluitsel had gehad ben ik zelf maar vervangende dienst gaan doen. In een ziekenhuis, een jeugdherberg, een kindertehuis. Het heeft me veel gebracht. Veel geleerd. Over de verschillen tussen mensen, hun kansen, hun achtergronden. Maar vooral over de overeenkomsten van mensen, hoe graag ieder iets wil betekenen, het belang van saamhorigheid.
We hebben geen keus. Kilheid, cynisme, pesten, discriminatie, gewetenloos geweld – ze moeten worden overwonnen. Elkaar respecteren, niemand uitsluiten, iedereen mag meedoen. Doorgaan met al die verschillende mensen op zoek naar een universeel geweten.