In de televisieserie Friends komt een opmerkelijk fragment voor. Ross – een van de hoofdpersonen – gaat op zijn werk lunchen in het bedrijfsrestaurant. Aan zijn gebruikelijke tafel waar hij altijd aanzit bij zijn collega’s met een witte jas wordt hij uitgenodigd. De collega’s met een blauwe jas zitten aan andere tafels. Ross gaat demonstratief staan bij een tafel waar blauwe jassen zitten en spreekt luid: ‘nee, dank je, ik ga vandaag hier zitten bij mijn collega Joey.’ Hij doorbreekt de code van het lunchritueel met een statement dat scheiding op basis van status onnatuurlijk is. Dat het gaat om de mens onder de jas. Vervolgens trekt hij zijn jas uit en roept: ‘Ik ben Ross, ik ben gescheiden en heb een kind!’ De ene na de andere collega volgt zijn voorbeeld, trekt de jas uit, noemt zijn/haar voornaam en slingert een eerlijke bekentenis de kantine in. De een bekent niet te hebben betaald voor zijn peer, de andere zegt dat hij een dwangneurose heeft, weer een ander bekent dat haar borsten echt zijn.
Eerlijkheid. Te zijn wie je werkelijk bent. Te zeggen wat je werkelijk voelt. Je kwetsbaar opstellen. Het lijkt zo makkelijk, maar het is in feite heel moeilijk. Hoe vaak zitten wetten in de weg, en praktische bezwaren? Groepsdruk, ingesleten gewoonten, rituelen, fractiediscipline, status, cultuur, pikordes, familiebanden?
Neem nou een gewone gemiddelde plaats als Ede.
De drukke weg die door Ede Noord loopt, de N224, eist al decennialang veel verkeersslachtoffers. Het structureel veilig maken ervan zou zoveel leed besparen. Vaak is die discussie gevoerd, maar nog steeds ontbreken duidelijke snelheidsbeperkende maatregelen: binnen en langs bebouwde kom max. 50 en daarbuiten 60, punt. Ook op de N304. Ja, wordt dan gezegd: dat is landelijk beleid, daar gaan wij niet over, dit is aan de provincie, niet aan ons. Maar wees eerlijk, waarom kan het elders wél en niet in Ede? Als alle B&W- en raadsleden hun functionele- of partij-jas zouden uittrekken en zouden roepen: weg met onveiligheid, ik ben voor max. 60, dan was het zo geregeld.
En dan die oeverloze bende op straten, in groenstroken en bermen: blik, plastic, glas, rotzooi. Wie wil dat? Troep om je heen verarmt de geest, vergiftigt ons leefklimaat, is gewoon lelijk. Zeg eens eerlijk: willen wij dat mensen hier structureel aan werken in plaats van af en toe een plukje taakstraffers of individuen? Stimuleer dat, vergoed het. Mensen hébben tijd, er zíjn vrijwilligers, organiseer dat niet met bonnen, maar continu.
Neem de stoeptegels die op veel te veel plekken in Ede schots en scheef liggen. Wie wil nu zijn of haar oude moeder of vader in het ziekenhuis bezoeken vanwege een gebroken heup door een uit de stoep stekende tegel? Wees eerlijk, als er geld is voor renovatie van wegen is er zeker geld voor het recht leggen en recht houden van stoepen. Demp de put voordat het kalf verdrinkt en hou je opa of je zwangere zus uit het ziekenhuis of erger.
En moet je nu als gemeente biomassacentrales dulden die gekapte gezonde bomen nodig hebben om zogenaamd duurzame energie op te wekken? Wees eerlijk, dat voelt toch niet oké? En als je toch bezig bent eerlijk te zijn: is het normaal als burgers steeds vaker ervoor kiezen om gras, planten en aarde uit hun tuin te gooien en te vervangen door… tegels? Recht liggen ze daar wel, maar het is fnuikend voor milieu, grondwaterstand en natuur. Wees eerlijk en zeg hardop dat je dat geen manier van doen vindt anno nu, en dat je inwoners met groene balkons, strookjes en tuinen een flinke OZB-korting geeft.
Top! En…ook nog dit; eerlijkheid duurt het langst 😉