De trend is duidelijk gezet. Corona heeft die trend versneld en vergroot. Consumenten kopen steeds meer online. In de week van Black Friday bestelden we 10 miljoen pakketten per week. Post NL kon de stroom niet meer aan. Busjes reden af en aan de woonwijken door. Stikstof- en klimaatcrisis ten spijt walmen er steeds meer dieseldampen door straten en lanen.
Nog niet zo lang geleden zagen we de inhoud van enkele miljoenen bestelde pakketjes verspreid over het strand van Terschelling uitgestald. Lullig speelgoed, trendy gympjes, gummi dildo’s en andere plastic troep. Geen verrijking van de wadden biodiversiteit. Dat was na een stormramp waardoor een containerschip vol bestellingen overhelde en zijn lading verloor. Die hoeveelheid wordt dus dagelijks in Nederland afgeleverd bij de koopgrage burger thuis.
Doordat er steeds meer online wordt besteld verkleint de omzet van de fysieke winkels. We zijn meer op internet en minder in de winkelstraat. Omdat we minder in de winkels kopen draaien die winkels steeds minder omzet. Als de winkel de dure pandhuur niet meer kan opbrengen stopt-ie ermee, of verhuist naar een buitenwijk dan wel het bedrijventerrein. Het eind van het liedje is dat de online ketens floreren en dat het stadscentrum geen echte winkels meer kent.
Is dat erg?
Er zullen vast mensen zeggen van niet. Het winkelcentrum wordt een kern voor horeca, voor appartementen en voor verleners van diensten die je niet online kunt verlenen zoals kappers tattooshops en bordelen. Die mensen zullen geen nacht minder slapen door dit toekomstscenario van een winkelloos centrum. Een 3.0 centrum van drinkende en lachende horecaconsumenten met af en toe glasgerinkel en een knetterende knokpartij. De bewoners van de appartementen houden van een bruisend centrum en korte nachten.
Er zullen ook mensen zeggen van wel. Ze houden van gezellig winkelen alleen of met vrienden dan wel huisgenoten. Gezellig slenteren en etalages kijken. Behalve de winkeliers zelf zullen die mensen misschien ook wel eens wakker liggen van het echte winkelcentrum dat slechts in de herinnering van de good old days bestaat.
Die laatste categorie zal dus ook wel eens nadenken over hoe de vicieuze cirkel van steeds meer online – steeds minder fysieke winkels te doorbreken is. De kwestie is in deze tijd van klimaat en milieucrisis maatschappelijk relevanter dan bijvoorbeeld de opening van een nieuw vliegveld. Een dienst die slecht is en ten koste gaat van iets goeds, moet je duurder maken. Dat kan, maar dat is alleen toegestaan als er ook een hele goede reden voor is. Die is er. Online bestellingen zijn te goedkoop. Een deel van de kosten van deze dienst of dit product wordt niet doorberekend. De milieuschade als gevolg van CO2 en stikstof uitstoot door het transport zit niet in de verkoopprijs. Ook niet in de kosten die het internetbedrijf maakt. Dus is het niet alleen logisch, maar volkomen terecht gezien de concurrentieverhoudingen met de fysieke winkel om deze kosten wel door te berekenen. Dit kan het beste door een milieuheffing. Leve de onlinetaks !
We stellen deze nieuwe taks op 15 %. De consument kan dan kiezen tussen het duurdere online truitje met thuisbezorging, of het goedkopere truitje halen in Ede centrum lekker op de fiets. Dankzij de onlinetaks kunnen de echte winkels opgelucht ademhalen en blijft het gezellig in het stadshart.