Onlangs maakte ik de grap dat ik erachter kwam dat ik blijkbaar opeens in Ede Zuid woon. Nu woon ik al jaren in de Rietkampen, dus dat ik ten zuiden van het stadscentrum woon wist ik al. Ik begreep echter nog niet helemaal wat ik me hierbij moest voorstellen, maar de afgelopen periode kwam het besef keihard binnen: we wonen in een ander deel van Ede! En niet zomaar een ander deel…we zijn opeens afgesneden van het centrum.
Jaren geleden kwam het plan om van het rustige spoor tussen Nijmegen en de randstad een snellere versie te maken. Opeens kreeg de gemeente er niet één, maar twee intercitystations bij. De trein zal in de toekomst elke 10 minuten rijden tussen Ede en Utrecht. Het kleine dorpje op de heide werd een groeigemeente en vele bestuurders van de gemeente en bedrijven zagen groeiperspectieven aan de horizon. De snelweg werd verbreed, het spoor groeit eindelijk mee. De huizenverkoop aan hardwerkend west-Nederland loopt voorspoedig, de wegen kunnen het nog net aan. In die sneltreinvaart van ontwikkelingen zijn er echter ook veel belangen gemoeid. En met die belangen ook veel geld.
Dit alles schiet door mijn hoofd wanneer ik op een avond op mijn fiets naar een bijeenkomst boven het spoorlijn rijd. Een paar jaar geleden heb ik noodgedwongen mijn route verlegd van de oversteek bij de Koepelschool naar de spoorwegovergang bij het Somaterrein. Mijn slechte knieën zijn echter blij met de enigszins vlakke oversteek, ik hoef nog geen elektrische fiets aan te schaffen. Het is zeven uur ’s avonds, de duisternis is alweer ingevallen. Om mij heen stuiven auto’s, scooters en fietsen. Tussen al dat drukke verkeer voel ik me veilig, maar dan bedoel ik vooral: sociaal veilig. Als ik mijn fietsstuur naar links beweeg, zie ik in de verte enorme borden en hekken. Het is zo ver: ik kan niet langer over de laatste gelijkvloerse spoorwegovergang in het stedelijk gebied van Ede. Mijn hoop op weldenkende bestuurders is definitief vervlogen.
Ik slik een brok weg en draai me weer om. Ik moet nu niet alleen met mijn slechte knieën de heuvel op fietsen om naar de andere kant van Ede te komen, maar ik moet ook onder het spoor door, door een tunnel naar de overkant. Sterker nog, ik kan in Ede nog alleen maar via tunnels naar de overkant. Er is helemaal nergens meer een gelijkvloerse oversteek van Ede Zuid naar het Centrum en terug. Alle voetgangers en fietsers moeten net als de auto’s op een beperkt aantal plaatsen door een tunnel.
Ik nader de tunnel en zie in de verte een jong meisje fietsen. De tunnel is mistig van het vuurwerk dat een stel jochies uit kattenkwaad hebben afgestoken. De geweldige akoestiek van zo’n bak zorgt voor optimaal lawaai en de rook blijft lekker hangen. Een perfecte plek voor een lading rotjes.
Het meisje rijdt steeds langzamer en blijft midden op het fietspad vertwijfeld staan. Ze kijkt achterom en ziet mij aan komen rijden. ‘Mevrouw, ik ben een beetje bang. Mag ik met u meerijden?’ Ik slik mijn boosheid weg en nodig haar van harte uit. Samen rijden we door de tunnel ik babbel over ditjes en datjes om haar af te leiden, ondertussen de pijn in knieën verbijtend. Wanneer we boven zijn, rijdt ze snel naar haar huis. Ik rij verder en realiseer me opnieuw dat voetgangers en fietsers, (jonge) vrouwen en kwetsbaren alweer door alle belanghebbenden zijn vergeten. Wederom gaan snelheid, geld en macht voor op inwoners die mogen verwachten van hun bestuurders in het gemeentehuis en de provincie dat ze door hen worden vertegenwoordigd. Het gevoel dat de grootste mond, het grootste bedrijf, de grootste hoop geld het opnieuw wint van de bewoners van een stad, wringt zich in mijn hoofd.
Wat nu? Wie zorgt voor mijn veiligheid, voor mijn veilige gevoel wanneer ik vanavond om elf uur weer terug naar huis rijd? Moet ik voortaan de auto pakken? Een lijfwacht inhuren? Een taxi nemen? Of erger: thuisblijven?
De gemeenteraad, de burgemeester en de wethouders van deze gemeente vinden het blijkbaar goed dat een deel van de bevolking zich deze vragen moet stellen voordat ze naar de sportschool of een bijeenkomst gaan: zij doen immers hun uiterste best om hen te ontmoedigen.
Astrid Wagenaar
Bedank de partijen die in de loop van de tijd akkoord zijn gegaan met de sluiting van de overgang, zonder hierbij stil te staan.