Mijn dochter wordt over ruim een week zes jaar. Terwijl ik dit typ zit ze met een volle buik gedoucht en wel te spelen. In vrijheid en veiligheid. En als ze straks buiten is geweest, wast ze netjes haar handen, zoals dat er niet alleen thuis, maar voor half maart ook op school en bij de kinderopvang is ingestampt.
Dat mijn dochter bijna zes wordt herinnerd me aan het feit dat het komende week zes jaar geleden is dat ik politiek actief werd in Ede. Hoogzwanger startte ik als fractievolger om nog geen jaar later geïnstalleerd te worden als raadslid. Vol goede moed om een stem te geven aan de idealen waar ik mijzelf, en anderen met mij, in herken.
Begin maart van dit jaar deden Stichting Vluchteling, VluchtelingenWerk Nederland en Defence for Children een oproep aan Nederlandse gemeenten om 500 alleenstaande kwetsbare vluchtelingenkinderen op te vangen. Een ‘Coalition of the Willing’, waar gemeenten zich bij aan kunnen sluiten, zou het kabinet in beweging moeten krijgen om, inmiddels in navolging van andere Europese landen, deze kinderen een veilige plek te bieden in Nederland. Een oproep die rechtstreeks raakt aan de idealen waar ik voor sta. En dat het niet perse om mijn idealen gaat blijkt wel uit de reacties die we als ChristenUnie kregen.
We hadden het mooi bedacht: we polsten wat partijen en stelden met een aantal daarvan mondelinge vragen. Het college zou positief antwoorden en Ede zou zich aansluiten bij de rij van andere gemeentes die zich al uit hadden gesproken. Maar het liep anders. De raadsvergadering werd afgelast, de vragen werden schriftelijk in plaats van mondeling gesteld en het antwoord van het college kwam pas een maand later: negatief.
Geen taak van de lokale overheid zei het college onder andere, de opvang van vluchtelingen is een landelijke aangelegenheid. Je kunt je natuurlijk beroepen op rollen en verantwoordelijkheden en het lijkt er hier op dat procesargumenten de doorslag hebben gegeven om de oproep niet te steunen. Maar soms gebeuren er dingen in de wereld waarbij je je kunt afvragen of het doel op zich of het proces je afweging zou moeten bepalen. En die belangenafweging is precies wat politiek is.
De gemeenteraad heeft zich overigens nog niet direct uitgesproken over het al dan niet aansluiten bij de ‘Coalition of the Willing’. Op Twitter is al wat te lezen over afwegingen van verschillende partijen en sommige standpunten laten zich überhaupt wel raden.
De hulporganisaties vragen Nederland 500 van deze kinderen op te nemen. Een kleine rekensom geeft aan dat als 50 gemeenten – van de 355 gemeenten in Nederland (!) – hieraan bijdragen, het gaat om de opvang van 10 kinderen per gemeente. Je hoeft geen grote idealen te hebben om te bedenken dat we dat in Ede zouden moeten kunnen.
Ik kijk naar mijn dochter en denk aan de kinderen die op de Griekse eilanden vastzitten. Zonder vrijheid en veiligheid. Met beperkte mogelijkheden om hun handen te wassen en al helemaal geen school of kinderopvang om ze dat te leren. Alle procesargumenten over rollen en verantwoordelijkheden vallen dan weg. Wat overblijft is het rechtstreekse verzoek aan ons als gemeente, waar ik als gemeenteraadslid onderdeel van uitmaak, en mijn idealen om daar waar nodig, van betekenis te zijn.
Dirjanne van Drongelen, raadslid ChristenUnie Ede
Vergis ik me nou, of heeft deze column niet heel veel in beweging gebracht?
Als raadslid hoef je niet te wachten op het standpunt van het college. Je kunt zelf een initiatief raadsvoorstel indienen. Daarmee kun je het het college opdracht geven er voor te zorgen dat ook de gemeente Ede zich bij
de “Coalition of the willing” zal aansluiten.
Zo’n voorstel moet in de raad besproken worden, en dan zal er ook over gestemd moeten worden.
Reuze benieuwd!