Deze hashtag verscheen de afgelopen weken in de media. Vijf Edese politieke partijen, aan de slag voor het nieuwe Edese College van B&W, nodigen hiermee maatschappelijke organisaties uit input te leveren. Voor een bestuursakkoord 2018-2022 dat dezer dagen vorm moet krijgen.
De oproep zette me aan het denken. Genoemde organisaties vertegenwoordigen veel Edenaren en behartigen hun belangen. Ook hebben zij goed zicht op van alles wat in onze gemeente speelt en nodig is. Maar ik kan me niet voorstellen dat iedereen die wat te melden, te vragen of te bieden heeft zo gehoord wordt. De oproep breder trekken dus, maar hoe en wie?
Ondernemers, die hoef je niet te vragen wat ze willen, toch? Die komen wel, want als er economische vooruitgang (lees: winst) is te boeken zien zij hun kan wel schoon. En geef ze eens ongelijk!
En inwoners die ergens mordicus tegen zijn? Die weten het gemeentebestuur ook te vinden. Zeker als je in hún ruimte komt. Het NYMBY-fenomeen kennen we immers ook in Ede. Ik herinner me met pijn in mijn hart de AZC-discussie en het dwarsbomen van het plan voor de Skaeve Huse. Maar ook de aanleg van de Parklaan, of fietsers de ruimte geven op de Verlengde Maanderweg brengt mensen op de barricaden. En dat kan en mag in onze democratie.
Agenda ’ruimte’
Bij democratie hoort voor mij ook ‘ruimte’ voor de lokale politici. En daarbinnen álle ruimte voor een gesprek met zoveel mogelijk kiezers en niet-kiezers, die zij per saldo allemaal in de Edese raad ‘volksvertegenwoordigen’.
De raadsagenda is overvol geraakt sinds in 2014 een groot aantal taken in het Sociaal Domein door Den Haag bij de gemeenten zijn neergelegd. Op zich is toenemende agendadruk echt niet zo erg, niemand gaat dood van hard werken. Maar als die volle agenda zomaar een grote, diepe valkuil vormt waar je níet zomaar weer uitklimt: geregeerd worden dóór die agenda, ligt het anders.
Die agenda van het college en de ambtenaren, van landelijke zaken die zomaar binnen rollen. En van actualiteiten die regelmatig lopende zaken, hup, naar de achtergrond verdringen.
Ik gun de raad én Ede dat de formerende ploeg ferm kiest voor een bestuursakkoord dat de raadsleden de ruimte geeft om zelf consequent de politieke agenda te sturen en de planning vast te houden. Dan komt er meer ruimte (en tijd) voor die inwoners die nog te vaak niet gehoord worden.
Maar wat zó broodnodig is. Neem die ruimte. En bied daarmee juist ook inwoners die niet op de barricaden gaan hún ruimte. Die inwoners die betrokken bij hun wijk, buren of vereniging ‘gewoon’ allerlei zaken vrijwillig oppakken: een enorm maatschappelijk kapitaal. De helft van onze inwoners doet immers vrijwilligerswerk, de mantelzorgers niet eens meegeteld….
Het is een feit: vrijwilligers vormen de maatschappelijke smeerolie van onze samenleving en ze zijn en blijven broodnodig. Zelf weten zij als de besten wat ze nodig hebben om dat te doen wat we allemaal graag willen. Ieder op de plek en de manier waar ze dat met het beste resultaat en vooral met plezier doen.
Dus kom op formerende dames en heren: geef de inwoners van Ede én jezelf ruimschoots meer ruimte en tijd voor een gesprek. Ik reken op jullie om onze inwoners wellicht nóg gelukkiger te maken dan we volgens degenen die het weten kunnen nu al zijn (-;
Ria Maliepaard – geboren Edese – werkt vanuit passie – springt in de bres voor mensen die het niet helemaal zelf redden: helpt mensen zichzelf helpen – sociaaldemocraat – tot voor kort raadslid in Ede – zelfstandig adviseur – etc.