We leven in een schitterende wereld. Het is fleurig in de straten, kleurrijk in plantsoenen, decoratief in struiken, bosjes en grasvelden: het is erg bont als je goed kijkt. Het bloeit er van de consumptiebloemen; blikken energiedrank en bier, verpakkingsplastics, sigarettenfilters, onderdelen van fietsen en auto’s en in tijden van corona ook mondkapjes en handschoenen.
Anno 2020 lozen sommigen nog steeds hun afval op straat of in de natuur. Impulsiviteit, nonchalance en onnadenkendheid lijken drie grote boosdoeners die voorkomen dat het afval beland waar het moet. Sommigen doen het uit gewoonte, sommigen uit baldadigheid. Een deel van ons kent geen of nauwelijks verantwoordelijkheidsgevoel voor de omgeving, individuele eilandjes die we zijn. Ietsje meer sociale cohesie en lef om elkaar op een opbouwende manier aan te spreken op ondeugdelijkheden zouden fantastisch zijn, maar deze condities ontstaan niet uit zichzelf. Je moet onuitputtelijk streven naar verandering en daden verrichten.
Sinds de tijd van bezinning die de coronacrisis me gaf, pluk ik afval in mijn wijk en overal waar ik kom en even kan. Geïnspireerd door een groep afvalplukkers uit Bennekom ga ik in Ede op pad, gewapend met onder meer een prikstok en een afvalring die ik via het zwerfvuilprogramma Schone Helden van de gemeente Ede heb gekregen. Deze zijn gewoon via de site van de gemeente aan te vragen. Je kunt je afvalpluk qua tijd en gebied helemaal zelf bepalen en volle zwerfvuilzakken worden gratis thuis opgehaald.
Ik ben niet alleen; in Ede zijn een paar honderd schone helden actief die naar eigen invulling zwerfvuil plukken. Als ik pluk, pluk ik regelmatig samen met een vriend of vriendin, een buurvrouw of buurman of iemand die ik door Schone Helden heb leren kennen. Het motiveert als je weet dat je lang niet de enige bent. Samen plukken is bovendien gezellig en ondanks die gezelligheid net zo effectief als in je uppie.
Zwerfvuil bloeit het hele jaar door. Een week na de pluk kun je op dezelfde plekken weer plukken. Net onkruid. Maakt mij dat niet wanhopig, cynisch of pessimistisch? Nee, ik ben er realistisch over en daarnaast koppig optimistisch. Daar is een reden voor, want wie steevast plukt, merkt dat andere mensen mee gaan plukken. Wie samen plukt, ervaart een beetje geluk. Ik pluk niet alleen voor mijn geluk, maar ook voor het geluk van andere mensen en voor planten en dieren. Want de natuur, waar wij onderdeel van zijn, ondervindt schade van niet-natuurlijk afval. Ik pluk ook omdat ik me verantwoordelijk voel. Filosoof en psychiater Damiaan Denys zei in tv-programma Tegenlicht dat de vrijheid van mensen in het westen omvangrijk is geworden maar dat ons verantwoordelijkheidsgevoel niet mee is gegroeid.
We moeten dus verantwoordelijker leven. Wie dat nu nog niet doorheeft, moet even niet aan de eigen primaire behoeften denken, maar om zich heen kijken. We moeten bewuster worden van onze omgeving en van wat we verbruiken. Wat zwerfvuil betreft, zou iedereen binnen een straal van x aantal meter het eigen erf kunnen schoonhouden. Dit geldt ook voor ondernemingen. Zo vind ik op het indrustieterreintje op de Hoorn in Ede steeds veel zwerftroep, te veel om op te ruimen. Wat verbruik betreft; gooi bijvoorbeeld je sigaret in een
prullenbak. In het filter zit namelijk plastic dat via de riolering misschien in de zeearmen van Boyan Slat terecht komt, maar voordehandliggender de komende eeuwen het leven in zee aantast. Als er in de beschadigde magen van onze koeien al plastic deeltjes gevonden worden – zo vertelde mij een agrariër uit de Kraats – wat treffen we dan aan in het kleinere zeeleven?
En roep nou niet om meer prullenbakken in het bos. Een bos vol prullenbakken is geen bos meer. Neem je consumptiebloemen liever mee naar huis. Laat ze via onze circulaire economie bloeien in een herbestemming. We leven in een schitterende wereld. Laten we verantwoordelijk leven en samenwerken om die schittering erin te houden.
Ruben Hofma.
Geboren in 1992 te Tiel. Sinds 2013 inwoner van Ede. Afgestudeerd als journalist, boekhandelt in Bennekom.
Mooi stuk ruben!