Afgelopen weekend kocht ik een krant. Je moet tenslotte wat doen op zondag als de eredivisie is afgelopen en dit keer kocht ik, volledig intellectueel verantwoord, de Volkskrant. Tussen de boeiende artikelen over zittend plassen (het gaat hier over mannen) en het songfestival stond de column van Bert Wagendorp.
Bert schrijft over Mark Rutte en Thierry Baudet, die door Bert Wagendorp constant T. Baudet wordt genoemd, vermoedelijk in een poging enige afkeer van Thierry Baudet te laten blijken. B. Wagendorp babbelt een beetje door over Rutte en Baudet maar in de laatste alinea van zijn column weet hij me pas echt te pakken. Of te raken. Want B. Wagendorp heeft het ineens over Veluwse Bidsprinkhanen. Hij bedoelt hier de SGP-fractie in de Tweede Kamer.
Ik ben niet van de SGP. De SGP’ers die ik ken vind ik aardig maar de SGP staat te ver van me af. En toch irriteer ik me aan de term Veluwse Bidsprinkhanen. B. Wagendorp had zijn tekst kunnen beperken tot ‘De SGP-fractie in de Tweede Kamer’ maar in een poging om geestig te zijn, om mensen te kwetsen of allebei tegelijk, gebruikt hij het woordje Bidsprinkhanen.
Mijn eerste reflex was nogal primitief: “Dat zou je eens over andere religieuze groepen moeten roepen Bert”. Maar ja, zo wil ik niet overkomen. Eigenlijk ben ik wel zo maar daar scoor je geen punten mee. Maar ondertussen wordt ik er wel kotsmisselijk van de manier waarop de Randstedelijke media altijd over Ede en omgeving meent te moeten praten.
Het is Biblebelt hier, bidsprinkhanen daar, gristenbroeders zus en zwarte kousen zo. Ook dat laatste is dan bedoeld als blijk van afkeuring waarover je overigens best van mening kunt verschillen. Blijkbaar was de column van B. Wagendorp niet compleet zonder een hele bevolkingsgroep af te zeiken. De bevolkingsgroep waar ik tussen woon en deel van uit maak. En dat nog wel in de krant van gekwetst Nederland; er is geen krant in Nederland die het zoveel opneemt voor de minderheden die ik dan, geheel in de stijl van B. Wagendorp, plaats in de kwetscultuur.
Maar Ede en omgeving, in B. Wagendorp’s woorden de Biblebelt, is altijd een dankbaar doelwit voor de schrijvende en grappenmakende Randstad. Edenaren protesteren dan ook niet zoveel. We demonstreren niet. We janken niet dat we beledigd worden. Er wordt hier niet gezeurd dat we gekwetst worden. We lopen niet met spandoeken en gooien niet met molotovcocktails. De ergste protestdaad op de Veluwe van de laatste jaren die ik me kan herinneren was het ophangen van een dood varken ergens aan een beukenboom in Kootwijkerbroek, wat overigens niet zo heel fris beeld was.
We ondergaan het allemaal maar lijdzaam. Maar ik niet. Ik ben een beetje beu van gezeik van de Wagendorpers van Nederland, die altijd fatsoen prediken maar datzelfde fatsoen niet in acht willen nemen als het over de Veluwe gaat.
Hou op Bert. Ik zou het je normaal willen vragen maar daar luister je natuurlijk niet naar, want Veluwe. Als Edenaar hou ik ook niet van dreigen maar voor je de volgende keer weer een stukje schrijft en je daar in je politiek correctheid mensen van de Veluwe beledigt met ‘humoristische’ termen als mannenbroeders, refo’s en christenhonden, heb ik één column die je voor die tijd toch echt moet lezen, eentje uit de oude doos: