Je boft maar als je in Ede opgegroeid bent. Aan de ene kant van het dorp het bos en aan de andere kant het platteland. Het platteland wordt langzamerhand vervangen door industriegebied maar het bos is gelukkig gebleven. Nog wel.
Geen enkele reden dus om in Ede mee te doen aan de laatste hippe trend: het Tiny Forest. Het begon een paar jaar geleden met het Tiny House, een soort pipowagen waar het toilet tegelijkertijd je bureaustoel is en de afwasbak je douche. Leuk voor een weekje vakantie maar eigenlijk een mislukte poging om iets te doen aan woningnood.
Maar nu is er dus het Tiny Forest. Een bos ter grootte van een tennisveld. 200 m2 dus en dat is niet heel veel. Zo groot als een perceel waar een huis op staat. En dat wordt dan een bos genoemd. Er worden dan ook 40 soorten bomen geplant in het bos. Ik vind dat knap. Het lukt mij nauwelijks om 40 begonia’s te planten in mijn tuin maar in het Tiny Forest gaan er wonderen gebeuren want naast een beukenboom, waarvan in het echte bos er ongeveer één per ‘tennisveld’ staat , komen er in het Tiny Forest maar liefst 39 soorten bomen bij!
Ik snap de goede bedoelingen van zo’n bosje. Educatie, voornamelijk educatie, maar als ik de kranten goed begrijp wordt het Tiny Forest de oplossing tegen wateroverlast, de opwarming van de aarde, de klimaatverandering en gaat het kloof tussen de mens en de natuur dichten.
Het komt nu al armoedig over. Zo’n schoolklasje dat op een koude novemberochtend het Tiny Forest gaat bezoeken en 30 kindertjes die allemaal op zoek gaan naar het enige beukennootje dat gevallen is. En komt er nog een homo-ontmoetingsplaats in het Tiny Forest? Of een recreatieplas? Een bankje om even uit te rusten na een wandeling. En natuurlijk de prullenbakken waar de mensen die hebben gebarbecued hun afval in kunnen gooien. Het is één bonk treurigheid, zo’n Tiny Forest.
Het is een triest symbool hoe we Nederland ontdaan hebben van alle echte bossen en dat we nu als een soort Madurodam aan het nageslacht laten zien: zo mooi was Nederland ooit. Een symbool van aftakeling.
En daar blijft het niet bij, want het wordt een excuus. Een excuus voor de politiek om vooral geen bomen te planten in de straat waar je in woont, want ‘een kilometer verderop staat een Tiny Forest’. De bosbouw, de kaalslag in de bossen, kan best worden opgevoerd want we hebben nu het Tiny Forest. Een alibi om de echte bossen te kappen.
Het is een stukje symptoombestrijding van een ziekte die groei heet. We geven mensen een Tiny Forest zodat we de rest van Nederland kunnen volbouwen met kantoren, recreatieparken, industrie en andere verworvenheden van de voortuitgang.
Maar dankzij het Tiny Forest kunnen we onze kinderen laten zien hoe het er vroeger uitzag: groen maar dan veel groter. Alsjeblieft Ede, laat deze gifbeker aan je voorbij gaan en wees gewoon zuinig op wat we nu nog hebben. Het echte forest.