U weet het misschien nog niet maar over een jaar of 15 woont u niet in de gemeente Ede maar in de gemeente FoodValley. Of zoiets. Vraag niet hoe het kan, want dat weet nog niemand, maar er zijn mensen, krachten en processen gaande om de hele West-Veluwe samen te voegen tot één gemeente.
Als voorschot daarop is er een gemeenschappelijke regeling, een samenwerking van meerdere gemeenten. Na het eclatante succes van de vorige gemeenschappelijk regeling, de Permar, besloten Ede, Wageningen en nog een paar andere buitendorpen tot het oprichten van een collectief, een samenwerking die heel origineel Regio Food Valley heet.
Die treedt, namens u, naar buiten op allerlei hippe congressen in het buitenland en neemt zelfs beslissingen. Democratische legitimiteit is de Regio Food Valley daarbij vreemd: er is geen enkele burger in Ede die ooit de kans heeft gehad om op een lid van het bestuur van dit clubje te stemmen.
Gelukkig hebben we in Ede dan een Rekenkamercommissie, een soort interne accountant van de gemeente, die ook niet democratisch wordt gekozen overigens. Zo is de voorzitter van de Edese rekenkamer een voormalig raadslid wiens geheugen zich ineens in de steek liet toen het ging over het Cinemecdossier waar hij als raadslid over meegebabbeld had maar zich als lid van de rekenkamer zich weinig meer van kon herinneren. Ook een clubje waar je dus je vraagtekens bij kunt zetten maar goed, ze schreven een rapport over Food Valley, in samenwerking met wat rekenkamers van de naburige dorpjes.
Daar hadden ze maar liefst 90 pagina’s voor nodig en Jip-en-Janneketaal in ze onbekend; je zult het maar moeten lezen voor de volgende raadsvergadering. Gelukkig staan hun conclusies in het begin en hoef je niet het hele rapport te lezen om te zien dat die hele Regio Food Valley volledig wordt gefileerd door de Rekenkamers.
Ik citeer even wat, zonder context natuurlijk want nuance is aan mij niet besteed. Als het gaat om doelen van de werkprogramma’s schrijft de rekenkamer: “Deze doelstellingen zijn echter dusdanig algemeen geformuleerd dat ze niet direct duidelijk maken wanneer deelnemers tevreden zijn met het resultaat.” Kortom: je doet maar wat en het maakt niet uit wat er uit komt want het was toch niet duidelijk waarom je het deed. En je verdient er geld mee, niet onbelangrijk natuurlijk.
Op de vraag of de werkprogramma’s überhaupt iets bereiken schrijft de rekenkamer over de rapporten die raadsleden ontvangen: “…maar deze rapportage geeft nog geen inzicht in de mate waarin de gewenste maatschappelijke effecten worden gerealiseerd.” Ik vat het, voor mezelf, maar even samen: iemand doet iets dat geld kost wat maar we hebben geen idee of het enige zin heeft.
Over de kosten van de Regio Food Valley had ik zelf al eens vragen. In de definitieve jaarrekening 2017 bleek de winst 3 ton lager dan in de conceptjaarrekening die naar de raad ging. Maar dat blijkt niemand iets te deren. Het is tenslotte maar allemans geld. Drie ton pleite en geen haan die er naar kraait. De raad verkeerd geïnformeerd? Ach, wat maakt het uit.
Nog zo’n fijne conclusie: “de (gemeente)raden ervaren een grote afstand tot wat in de Regio Food Valley gebeurt”. We hebben dus een clubje opgezet dat ruim 8 miljoen per jaar kost (of drie ton meer of minder) en de gemeenteraad ‘ervaart een grote afstand”. Lekker dan!
Lekker prutsen en friemelen dus daar bij die Food Valley. Niemand die het snapt en niemand die weet of het iets toevoegt. Maakt het allemaal wat uit? Niet echt. Nu niet. Het foodfetisjisme kent geen grenzen.
Totdat je ineens woont in de gemeente FoodValley. Ik gok in 2032.
Gezien artikel 1 lid 6 van de verordening van de rekenkamercommissie van de gemeente Ede dient dat lid van die commissie onmiddellijk uit de rekenkamercommissie te stappen.
Maar waarschijnlijk gebeurt er helemaal niets!!