Het is inderdaad wat drukker in het bos de laatste tijd. Niet heel erg gek want dat is ongeveer nog de enige plek waar je mag komen zonder mondkapje. Je ziet het vooral op de parkeerplaatsen aan de rand van de bossen en de hei. Die staan wat voller en ze zijn al niet zo groot (en dat moet zo blijven) maar het lijkt dan al snel of er zich een verkeersinfarct voordoet op de N224. En dan zeggen sommige mensen graag: “het is veel te druk in het bos.”.
Ja, het is wat voller. Je ziet in deze tijd van het jaar wat meer jonge ouders met kleuters die blaadjes verzamelen in hun tasje om ze later aan de juf te laten zien. Mensen die met een mobieltje foto’s maken van paddenstoelen. Iets meer joggers. Maar loop je iets verder het bos in dan is het net zo stil als normaal.
Regelmatig daalt er een onderzoeker van de WUR-trappen af om te zeggen dat het allemaal niet meer kan. De bossen zouden bezwijken onder de drukte. Het is te druk, het is te vol. De bomen kunnen het niet meer verdragen. De zwijnen laten zich niet meer zien. Blijf weg uit het bos!
De WUR, die zelf grote stukken van het Binnenveld annexeerde en volbouwde met nauwelijks gebruikte collegezalen, komt dan altijd op de proppen met een onderzoek. Maar gelukkig kennen we de waarde van de onderzoeken van de WUR na de uitzending van Zembla van vorige week: conclusies van onderzoeken worden aangepast aan financiële belangen. De WUR is blijkbaar net zo’n soort rapportenmachine geworden als de adviesbureaus van de gemeente Ede: u vraagt, wij draaien.
Wat wel opvalt is dat er een groep mensen is die vindt dat ze wel alle recht hebben om in de bossen te komen. De onderzoekers zelf uiteraard. Maar ook fotografen en filmers die boos opkijken omdat je als wandelaar net de zandhagedis wegjaagt waarvoor ze zelf al een uur op de grond lagen om een filmpje te maken wat ze op Youtube kunnen zetten. Boswachters vanzelfsprekend ook en die rijden dan ook nog eens met een iets te dikke auto, alsof ze zich een weg door de jungle van Brazilië moeten banen. Houthakkers, die ‘het landschap beheren’. En tot slot de faunabeheerders, de jagers die voor de lol wild afschieten dat uiteindelijk bij de slager beland.
Een gemêleerd gezelschap met één overeenkomst: ze verdienen allemaal geld aan het bos. In de veronderstelling dat dit een privilege oplevert om wel naar het bos te gaan, meet deze groep zich ook nog een houding aan waarin ze anderen de maat mogen nemen door te roeptoeteren dat iedereen behalve zijzelf moeten wegblijven.
Onzin.
Ik denk dat je meeste herten liever oog in oog staan met een kleutertje dat kastanjes zoekt dan met een jager met een stengun. Bomen lijden meer van houthakkers dan van een kinderwagen die over de wortels rijdt. Uiteindelijk zal de natuur meer lijden van onderzoekers die zeggen dat je weg moet blijven uit het bos dan van natuurliefhebbers die de bossen koesteren omdat ze daar graag zijn. Je gaat die zaken immers pas waarderen als je het kent.
Ga niet naar het bos? Ga juist wel naar het bos! Het is er nu prachtig. Frisse lucht, lichaamsbeweging en even weg uit de tsunami van Coronaberichtgeving. Lekker!