Soms, als de wind verkeerd staat, lijkt het maar 50 meter maar hemelsbreed woon ik een kilometer van de oprit van de A12. Omdat ik zo dichtbij woon heb ik besloten om dagelijks gebruik te maken van deze oprit wat weer goed te combineren valt met mijn werk.
Nou zou je denken dat je een afstand van een kilometer in een paar minuten kunt afleggen. Nee dus. Voordat ik de A12 op rijd passeer ik vijf verkeerslichten, die ik heel correct verkeerslichten noem maar in de praktijk gewoon stoplichten zijn. Deze reeks stoplichten is uitgerust met een uniek systeem om de doorstroming te belemmeren: de rode golf.
Het is het tegenovergestelde van de groene golf en ik snap dat niet iedereen een groene golf kan hebben alhoewel het tegenwoordig geen enkel probleem is om raketten naar Mars te sturen, een robot een operatie te laten uitvoeren of SV Harskamp een wedstrijd te laten winnen. Niets lijkt onmogelijk behalve een groene golf van mijn huis naar de snelweg.
Nou ben ik meestal niet de enige die bij zo’n stoplicht staat te wachten. De grootste gruwel doet zich voor als er één of andere sufferd voor me staat die op z’n mobieltje zit te gluren en niet in de gaten heeft dat het licht uiteindelijk toch op groen springt.
Uit een vorm van gespeeld fatsoen ram ik dan niet direct op de claxon. Meestal heeft dat tot gevolg dat de whatsappende bestuurder voor mij nog net door oranje gaat en ik weer een eeuwigheid moet wachten. Dat zijn de momenten dat ik verlang naar de introductie van de sharia in Ede omdat ik denk dat het afhakken van een hand een passende straf zou zijn voor dit soort gevallen.
Het toppunt van irritatie speelt zich af vlak voor het oprijden van de snelweg als er een lege bus aan komt vanaf de Stadpoort die richting Wageningen rijdt en blijkbaar een knopje heeft waarmee hij zijn eigen verkeerslicht snel op groen kan zetten met als gevolg dat de mijne snel op rood springt. En die bus rijdt rechtstreeks vanuit de Maandereng zomaar het kruispunt van de A12 op. Niks geen vijf stoplichten, niks geen rode golf.
Ik wil ruilen met die bus. Verkeer richting Veenendaal vanuit de Rietkampen en de Maandereng zou gebruik moeten kunnen maken van de strook die nu alleen door die bus, twee keer per uur maar net als ik er rij, wordt gebruikt. Het enige dat moet gebeuren is het verwijderen van een soort slagboom (ik wil dat zelf wel even doen) en honderden Edenaren wordt een dagelijkse stoplichtenmarteling bespaard.
Nou zouden er mensen kunnen zijn die gevoelig zijn voor mijn dagelijkse portie leed. Maar daar ga ik even niet van uit. En vandaar dat ik iets gevonden heb om deze extra oprit snel gerealiseerd te krijgen: duurzaamheid!
Ja mensen, duurzaamheid. Hoe duurzaam zou het zijn er dagelijks honderden auto’s niet minutenlang hoeven te pruttelen voor de rode golf op de Dreeslaan en de Tooroplaan? Hoeveel stikstof, fijnstof en CO2 kunnen we de Edese atmosfeer besparen als we een oprit die nu alleen door een bus wordt gebruikt openzetten voor andere bestuurders? Heul veul. Duurzaam, duurzaam, duurzaam….
Het college van B&W, de trouwe vrinden van het hele ededorpteam, zijn dit met mij eens. Dat mag best wel eens gezegd worden, die ontroerende eensgezindheid tussen ededorp.nl en de politiek. Al eerder gooide het college een balletje op bij Rijkswaterstaat om dat even te regelen. Maar die vonden dat niet wat. Sukkels.
Maar in al hun bescheidenheid onderschatten Edese politici hun eigen macht. Zo werd een jaar of twee geleden gevraagd naar verlaging van de maximumsnelheid op de snelwegen. Dat leek dus een zinloze actie. Maar we weten nu allemaal wat er volgende maand gaat gebeuren: heel Nederland terug naar de 100 kilometer per uur.
Dus Edese politieke vrienden, bel nog eens met die eigenwijze Rijkswaterstaters en regel even een extra oprit. Daarmee voorkomen we een hoop uitstoot en verkeersopstoppingen. En afgehakte handen.