Als ik naar het oosten moet met de auto, geeft mijn navigatieprogramma de A12 aan als snelste route. Soms neem ik toch de N224. Als ik over deze weg door het bos rijd, en de zon schijnt door het bladerdak, dan denk ik: wauw, ik WOON hier. ’s Avonds heb ik er één keer in het donker gereden, met 60 km per uur , terwijl ik de reeën zag oplichten in de berm, en ongeduldige chauffeurs mij inhaalden. Dat was heel eng. Sindsdien rijd ik in het donker altijd via de A12 en ben dan ook nog sneller thuis.
Langs de N224 worden veel wilde dieren doodgereden, vooral ’s avonds en ’s nachts, omdat de wildstand hier hoog is en er 80km of meer wordt gereden. Vanuit natuuroogpunt zou je dus iets moeten doen met deze weg. Maar wat? Afsluiten, zoals de Bosraad adviseerde? De gemeente Ede wil dat niet. Er worden in Ede-Oost nieuwe wijken aangelegd en de mensen die daar wonen moeten met hun auto alle kanten op kunnen. Ook als het verkeer op de N224 daardoor verdubbelt. Nogal een verschil, afsluiten tegenover verdubbelen. Auto’s iets in de weg leggen is in Ede vloeken in de kerk.
Je zou ook minder ingrijpende maatregelen kunnen nemen dan de weg afsluiten. Alleen ’s nachts afsluiten bijvoorbeeld. Of je zou auto’s ’s nachts 30 km kunnen laten rijden. Of de weg knippen, ergens tussen de Hof van Ede en restaurant Planken Wambuis. Of je zou de knip in de vorm van een zandweg kunnen doen. Dan kun je er nog steeds langs, maar ben je over de A12 nog veel sneller. Deze oplossingen zijn waarschijnlijk niet duur, en betekenen echt een keuze voor natuur. Er worden geen of veel minder dieren doodgereden. Overstekende wandelaars en fietsers zullen dan ook veiliger zijn. Er daalt minder stikstof neer op de hei. Het enige nadeel is dat de heilige koe dan niet meer door de natuur kan galopperen.
Er zijn ook oplossingen die duur zijn en waarbij auto’s nog steeds hard kunnen doorrijden. Bijvoorbeeld wildviaducten aanleggen, of de hele N224 in een soort tunnelbak leggen en gelijkvloerse oversteekplaatsen maken voor fietsen en voetgangers. Dat betekent dat wandelaars en fietsers nog maar op twee of drie plekken de N224 over kunnen steken. Voor die oversteekplaatsen moet je dan 2 kilometer omlopen. Bij deze dure oplossing hou je het verkeerslawaai en de vervuiling met stikstof. Langs de hele weg moeten wildwerende hekken komen. Kleinere dieren zoals slangen worden nog steeds doodgereden.
Dus, willen we de dure, vieze oplossing waarbij voetgangers, fietsers en wilde dieren in hun bewegingsvrijheid worden belemmerd of alsnog doodgereden worden? Met als enige voordeel dat auto’s nog steeds hard door de natuur kunnen blijven rijden? Of willen we de goedkope, schone oplossing waarbij wandelaars en fietsers veilig van de natuur kunnen genieten en auto’s nog steeds hard over de A12 kunnen blijven rijden?
Judith Klostermann