Soms duiken er wonderlijke berichten op in de media. Nieuws dat een puzzeltje in je hoofd veroorzaakt. Afgelopen week gebeurde dat bij mij toen ik las over een verwarde man in Park De Hoge Veluwe. Mijn oog was juist gevallen op ander nieuws over hetzelfde park: De Hoge Veluwe kraakt het onderzoeksrapport ‘De Wolf terug in Nederland’. Puur toeval natuurlijk, er is geen enkel verband tussen deze twee berichten.
De eerste keer dat ik een verward persoon ontmoette was in Utrecht. Als jongeman met niet veel levenservaring stond ik naast een man bij de koffieautomaat. Hij schuifelde naar me toe en vroeg: ‘Mag ik jouw koffie, ik heb dorst.’ Er lag iets dwingends in zijn blik. Ik reikte hem mijn plastic kop aan. ‘Nee,’ weerde hij af, ‘geef me wat geld. Ik heb honger.’ Hij leunde tegen me aan en hield zijn hand op. Hij zag mijn twijfel. ‘Kun je niks missen, alles voor jezelf, hè?’ Heen en weer geslingerd tussen angst en gekwetstheid vluchtte ik. De scheldkanonnade die hij me na slingerde, bevatte allesbehalve de fantasie van mijn stripheld kapitein Haddock.
Negen politieauto’s en een politiehelikopter werden ingezet om de verwarde man aan te houden die zich had misdragen tegen een jachtopzichter van De Hoge Veluwe. ‘Deze man liep luid om zich heen te schreeuwen in het park; toen hij daar op aangesproken werd door de jachtopzichter, viel hij de opsporingsambtenaar aan’, aldus een woordvoerder van de politie. Een situatie die in de politiewereld ‘assistentie collega’ wordt genoemd. Alle politieambtenaren en boa’s in de buurt worden dan met spoed te hulp geroepen. ‘Daar was inderdaad sprake van’, bevestigt de woordvoerder. ‘Ook met een overtal aan politieagenten gaf de man, die een verwarde indruk maakte, zich niet zomaar over. Hij werd uiteindelijk onder controle gebracht en is naar het politiebureau vervoerd’.
Moeten we als samenleving op onze hoede zijn voor verwarde mensen? Of overdrijven we een beetje en kan overreactie juist de boel op scherp zetten? Of heb ik als schrijver, niet zijnde agent of boa, makkelijk praten? De laatste keer dat ik een verward persoon meemaakte was anderhalf jaar geleden in Leiden. Na een spreekbeurt liep ik naar het station, maar een vrouw kwam me tegemoet en ging voor me staan, haar hand ophoudend. Ze smeekte om geld. Ik jokte en zei dat ik niks bij me had. Ze stelde voor om mee te lopen naar een geldautomaat – ze wist er een in de buurt – dan kon ik wat voor haar pinnen. ‘Joh, ik heb versleten schoenen en geen geld!’ schreeuwde ze. Op zo rustig mogelijke toon verwees ik haar naar het Leger des Heils. Die konden vast helpen. Ik zei dat ik het naar voor haar vond, en dat was waar. Ze berustte, draaide zich om en sjokte verder.
Een verwarde man in De Hoge Veluwe. Het is weer eens wat anders dan een bericht over Kröller-Müller of het afwijkende natuurbeheer van het Nationale Park. Ja, ik heb makkelijk praten, ik maakte lichte incidentjes mee. Met alles wat de politie tegenwoordig op haar bord krijgt, moet ze ook steeds meer verwarde personen tot rust brengen, of zelfs aanhouden. Rest het mijns inziens verwarrende natuurbeleid van ons Nationale Natuurpark. In plaats van dat ze blij zijn met de komst van de wolf die ze onnatuurlijke jacht bespaart, verklaart De Hoge Veluwe de wolf tot ongewenst dier. Ik raak er een beetje van in de war.
Bron: https://www.edestad.nl/112/misdaad/786826/man-valt-jachtopzichter-aan-en-wordt-later-door-veel-agenten-aa