Met mijn kleinzoon in de kinderwagen loop ik door Ede. Over stoepen, in een nieuwbouwwijk, een kinderboerderij, het bos. Mijn kleinzoon is een half jaar oud, maar zijn grote ogen lijken alles te willen zien, zijn handjes alles te willen aanraken. Af en toe sta ik stil bij een struik of eik, laat hem een blad voelen. Of wijs naar een pimpelmeesje in een berk. Boven zijn dek schenkt hij mij een lach.
Als ik dit schrijf zitten de wereldleiders bijeen in Glasgow. Ze praten met elkaar over de problemen van het wereldklimaat. Wat moet dat nou opleveren? Politici praten en praten, maar oplossingen ho maar. En hoe cynisch is het dat ze veelvuldig vliegen, in dure limousines kruisend, fossiele brandstof verstokend van de ene naar de andere topconferentie om de zorgen van de opwarmende aarde te bespreken? Misschien is dat wat simpel scoren, want ergens moet er toch een vonk overspringen? En lukt dat niet beter als je persoonlijk tegenover elkaar zit?
97 procent van de klimaatwetenschappers zegt dat het klimaat opwarmt door menselijk toedoen. Snel. Veel te snel. Anderhalve graad opwarming in een eeuw kunnen we net hebben. Maar in dit opwarmingstempo koersen we af op bijna drie graden en dat is rampzalig. Nederland kreeg dit jaar een voorproefje van wat ons te wachten staat: kolkende watermassa’s, valwinden, wolkbreuken en tornado’s. In 2015 kwamen de wereldleiders in Parijs bijeen. Ze deden daar plechtige beloftes die niet gehaald werden. Nu in Glasgow moet het echt beter.
We kunnen zeggen: de politiek moet het doen. In Den Haag. Brussel, Genève, New York. We kunnen wijzen naar de bedrijven, de multinationals. Zij moeten in actie komen. We kunnen claimen dat de sterkste schouders de zwaarste lasten moeten dragen, dus wachten we op hun eerste stap. Politici kunnen zich verschuilen achter het bedrijfsleven, andersom is ook mogelijk. Met zijn allen gaan we achterover zitten om de rechtspraak in drie instanties uitgebreid aan het woord te laten en de uitspraken rustig te bestuderen. Waarom iets dóén als er zoveel redenen zijn om nog te wachten?
Ede ligt in Gelderland dat een provincie is in Nederland dat als Europees land onderdeel is van het wereldklimaat. Waarom zouden wij in Ede mógen wachten? Niks moeten doen? De kleinzoon van Biden en opa Poetin hebben evenveel rechten en plichten als bijvoorbeeld mijn kleinzoon en ik. In Ede kunnen jij en ik sparen voor een zonnepaneel, of er eentje huren. We kunnen goed letten op wat we kopen en eten. Op hoe we reizen en afval dumpen. Samen uitpuzzelen waar die windmolen te plaatsen met een minimale overlast. Erop letten dat mensen die werken in een vervuilende industrie ander werk krijgen in groene technologie. Dat boeren die moeten omschakelen naar kringlooplandbouw daartoe in staat gesteld worden. Dat mensen met een smalle beurs mee kunnen in de transitie. We hebben hersens, we hebben handen en een hart, we hebben een stem.
We lopen een klimaatmarsje, mijn kleinzoon en ik. Ons eigen klimaatwandelingetje door Ede. Hij met zijn nieuwsgierige blik en zijn vrolijke lach, en ik met mijn gedachten en vingers nemen een gezamenlijk besluit. We gaan ervoor. Niks geen drie graden eind deze eeuw. Hij is dan een vitale oudere, woonachtig in Ede of Amstelveen, of misschien zelfs aan de kust. En hij laat dan aan zíjn kleinzoon in de wieg, wandelend door een gemiddeld anderhalve graad warmer Nederland een eikenblad zien, of een pimpelmeesje hoog in een berk.
Op naar een schonere wereld, we moeten het doen (en laten) met name voor alle kinderen, de volwassenen van de toekomst!