Zoomsessie van een hecht team dat nu thuiswerkt

‘Hallo, fijn om jullie te zien. Is Edwin er ook?’ (Edwin zwaait) ‘Ah ja, ik zie je. Kindjes even zoet?’ (Edwin steekt zijn duim op) ‘Mooi, dan kunnen we beginnen met onze zoom meeting. Wie wil er eerst voor het emo rondje? Voel je vrij. Hetty?’

‘Het gaat best goed hoor…’

‘Nee, da’s te makkelijk. Dat zouden we niet meer doen.’

‘Oké, nou, ja. Dat thuiswerken is best zwaar op z’n tijd. Ik heb zoiets van… Wil er gewoon effe uitbreken, jullie zien. Effe bijkletsen, weet je wel?’

Zes, zeven duimpjes gaan omhoog voor het scherm. Mirjam haakt in:

‘Weet precies hoe het voelt, Hetty. Sort of… Hou vol hoor. Gewoon in je kracht blijven!’ (blaast kushandje het scherm in). Frederick valt bij:

‘Als ik jullie gezichten zo zie, wil ik nú naar het kantoor. Wat mis ik jullie! We zijn er voor elkaar, het beste team ter wereld!’

Zeven, acht duimpjes gaan omhoog.

‘Hee, je valt weg, Wendy.’

‘Ja, ik heb geen goeie laptop, dat weet Edwin. Maar ik krijg geen nieuwe.’

Edwin reageert: ‘Heb ik je al uitgelegd, Wendy, een laptop is alleen voor de productmanagers, niet voor de front office.’ Achter haar uitgevallen scherm slaakt Wendy een diepe zucht.

Ze zegt: ‘hoor ik tot het team?’

‘Ja,’ antwoordt Edwin, ‘natuurlijk…’

‘Nou, dan wil ik ook een laptop van de zaak, ik zit hier ook niet voor mijn lol…’

‘Je zegt nogal wat, Wendy, daar vind ik iets van,’ onderbreekt Ferry.

‘Ja, jij met je laptop en je auto van de zaak.’

Roy valt in: ‘Wendy en ik komen een keer per week op kantoor en het valt op dat we vrij veel klachten krijgen over de bereikbaarheid van…’

‘Nee, dat is nu niet de bedoeling. Deze meeting is voor het team, voor inhoud hebben we het afdelingsoverleg. Hee, Roy, je flikkert, je scherm…’

‘Ja’, zegt Wendy, ‘hij heeft ook een eigen pc, maar Roy heeft wel een punt, jullie moeten echt je agenda’s…’

‘Jullie? We zijn we, hoor, we zijn één hecht team!’ (drie, vier duimpjes gaan omhoog)

‘Oké, WE moeten echt jullie… ik bedoel onze agenda’s…’

‘Maar, ik zei al, dit onderwerp, hoort nu niet hier.’

Wendy geeft niet op: ‘Als de front office ook goede laptops zou hebben, dan waren onze agenda’s, ik bedoel jullie agenda’s te koppelen met onze…’

‘Jongens, laten we even doorgaan met deze agenda, hebben jullie iets nodig van het team? Nee, Wendy, nou wil ik even iemand anders horen.’

‘Hoe zit het met de thuiswerkvergoeding?’ vraagt Patrick.

‘Niet steeds van die praktische dingen, ik bedoel hoe kunnen we je steunen?’

Het is 10 seconden stil. Dan horen we Eline:

‘Ik mis het samen lunchen, bijkletsen, over het werk sparren, lachen.’

Iedereen behalve Wendy’s grijze scherm steekt de duim omhoog. Er valt zelfs verbale bijval, flets gejuich, te horen.

‘Ik heb een idee!’

‘Vertel!’

‘Laten we elkaar een kaartje sturen. Gewoon per post.’

‘Ja, en…?’

‘Nou, daar zetten we een leuk tekstje op voor de ander. Als steun!’

‘Ja, goed idee.’

‘Mag het ook een tekeningetje zijn?’

‘Of een lipstickkusje?’

‘Of een gedroogd bloempje? Iets lekkers?’

‘Ja, leuk, leuk!’

‘Chill, jongens.’

‘O, ik vind dit…’ (Nina pinkt traantje weg) ‘… zo lief!’

‘Geeft niet, hoor Nina. Laat je kwetsbaarheid maar zien.’

‘Blijf je juist in je kracht, ik herken het, meid.’ (ook Ardine snuft)

‘Gatver…’ roept Edwin. ‘Sorry, jongens, de kleine heeft het weer in de broek gedaan… we proberen haar op de po te krijgen, maar ik was net te laat… nou ja. Ik taai af, jullie moeten het verder zonder mij stellen. Houdoe, blijf in je kracht… ehm.’

Wendy gilt Edwin na vanachter haar grijze scherm: ‘Denk je aan mijn laptop!’

‘En aan de thuiswerkvergoeding!’ roepen Virgil en Patrick in koor. Maar Edwins scherm is al uit.

 

George Knottnerus

 

Leave a Comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *