Het gebeurt niet vaak meer maar soms verzinnen mensen nieuwe woorden. Nieuwe woorden voor nieuwe dingen maar ook woorden voor bestaande zaken waar nog geen goed woord voor was. Kees van Kooten maakte het mooiste woord ooit toen hij de situatie van zijn moeder beschreef die langzaam toetrad tot de wereld van dementie: levensnevel. Lees dat woord nu nog eens maar nu voor achter naar voren. De fraaiste palindroom ooit. Een nieuw woord voor een situatie die we allemaal kennen maar die met geen pen te beschrijven was tot van Kooten met ‘levensnevel’ kwam.
Andere woorden beschrijven iets waarvoor je je inmiddels geen ander woord meer kunt voorstellen. Eén van mijn favorieten is tinteling. Er is geen ander woord mogelijk voor tinteling dan tinteling. Het gevoel klopt bij het woord.
Een klassiekertje is liefde. Hoe zou je liefde anders moeten omschrijven dan liefde? Geen idee. Het woord klinkt zoals het gevoel voelt. Niks meer aan doen dus. Aan de andere kant van het gevoelsspectrum zit bijvoorbeeld virus. Dat bekt niet heel lekker. Virus klinkt niet goed. Op basis van de klank weet je al dat je beter liefde kunt krijgen dan virus.
Corona valt een beetje buiten de boot. Bij Corona denk ik aan witte stranden met zongebruinde lichamen en bier om af te koelen, die zongebruinde huid of mezelf. Corona klinkt prettig, het smaakt naar goed en meer. Lekker, maar een fout woord dus. Covid-19 is al een stukje dreigender. Dat klinkt niet alsof je het wilt bestellen.
Vorige week zaterdag zou mijn oude auto die twee weken met een lege accu stond te niksen door de garage tot leven worden gewekt maar er gebeurde iets dat ik voor geen goud wilde missen. Na een paar weken droogte begon het te regenen. En dat op het moment dat de Edese bossen de meest groene blaadjes uit hun boomtakken persten. Lichtgevend groen met de geur van regen op droge aarde.
Ik belde de garage af en wonder boven wonder snapten ze dat heel goed en ik liep een poosje later onder de beukenbomen en snoof de geur op van kleine zandkorreltjes die vochtig worden van een lenteregentje. Het groen van jong beukenblad en nieuwe douglasnaalden, samen met de geur van geluk.
Hemels.
Thuisgekomen zag ik dat ik niet de enige was die daar van genoot. Een lokale politica, de wijze Ellen Out, twitterde dat die geur van regen op droge aarde bekend staat als petrichor. Petrichor?
Als ik petrichor hoor dan denk ik aan petroleum. Of chloor. Of een combinatie van die twee. Ik zie en ruik stinkende walmen als ik aan petri denk. En choor is gewoon goor. Ik denk dus niet aan de zoete geur van mijn jeugd, de geur van de bossen of van het platteland. Ik denk bij petrichor een Pernis, aan industrie of chemie.
Ik heb het woordje even gegoogeld, ik neem niet snel iets voor waar aan, maar het klopt. In de Dikke van Dale staat het nog niet, gelukkig, maar het woord is geadopteerd uit Griekenland. Typisch Grieks, we sturen vrachtwagens vol geld en het enige dat we terug krijgen zijn stomme woorden.
De zachte geur van lenteregen op de droge aarde. Dat verdient iets beters dan ‘petrichor’. Daar moet een mooi Nederlands woord voor komen. Ik lag te denken, want wat moet je anders na je 50ste op bed, aan ‘regenbloesem’. Mwah. Grondbloemen? Die stak ik altijd af toen vuurwerk nog niet verboden was. Ook niet dus. Grondzoet? Dat klinkt als een groente die terecht vergeten is. Zandbloesem?
Ik weet het dus niet.
Maar geen petrichor graag. Verzin iets nieuws. Verzin iets moois. Het woord dat de bekende lading wel dekt.
Degene die het mooiste woord verzint krijgt een vermelding van haar of zijn woord in de Dikke van Dale. Als Dikke tenminste een beetje meewerkt.
De Dikke van Dale….Een beter voorbeeld is er niet. Brand los!
LOI-wijsheid (bedacht door Angela de Jong)