CDA, ChristenUnie, Gemeentebelangen, VVD en GroenLinks in Ede de hebben de intentie een college te gaan vormen. Samen bezitten ze vijfentwintig van de negenendertig zetels. Dat betekent dus veertien oppositiezetels. Zeven van die oppositiezetels zijn van de SGP, de rest is versplinterd. Eén zetel voor de PvdA, één voor D66, één voor Democratische kiezers Ede, twee voor Burgerbelangen en twee voor de fractie El Kaddouri/Moorman. Het is niet de verwachting dat een dergelijk verdeelde oppositie een vuist kan maken.
Wordt het dus politiek gezien een saaie collegeperiode? Dat zou zomaar anders kunnen. CDA, VVD, Gemeentebelangen en ChristenUnie (CU) zijn misschien gewend aan bestuurlijke macht, voor nieuwkomer GroenLinks is dat andere koek. En dat is een uitdaging voor de partij. Een deel van de GroenLinks achterban gruwt bijvoorbeeld alleen al van het woord macht en heeft niet veel op met compromissen sluiten. Daarom moet er op het nieuwe collegebeleid een duidelijk GroenLinks stempel zitten om die achterban tevreden te stellen en te houden.
Of dat lukt is ook afhankelijk van wat de andere partijen GroenLinks willen gunnen. Complicerend hierbij is wel dat GroenLinks getalsmatig niet nodig is voor een raadsmeerderheid van de collegepartijen. Ook zonder de vier zetels van GroenLinks hebben deze partijen namelijk nog een meerderheid van eenentwintig zetels. Dat maakt de positie van de partij er niet sterker op.
Op korte termijn zal dat naar verwachting geen problemen geven. Naar verluid zijn de verhoudingen goed en wat bijvoorbeeld duurzaamheid betreft vindt GroenLinks vooral in de CU een bondgenoot. Op de langere termijn is het voorstelbaar dat de andere partijen steeds minder geneigd zijn aan GroenLinks wensen tegemoet te komen. Als dan voor de achterban steeds minder duidelijk wordt waarom GroenLinks nog in het college zit, neemt de kans op een breuk toe.
Behalve deze mogelijke inhoudelijke kwesties zijn er ook cultuurverschillen tussen GroenLinks en de andere partijen. GroenLinks is bijvoorbeeld voor meer transparantie in de politiek. Een voorbeeld hiervan is dat de fractievergaderingen openbaar zijn. Problemen in het college zullen dus in die openbaarheid besproken worden en dat zullen de andere collegepartijen wellicht niet altijd kunnen waarderen. Ook heeft de partij dualisme hoog in haar vaandel staan. Dat betekent een positief kritische opstelling richting college en niet een slaafs volgen van het collegebeleid. Daarnaast zal GroenLinks ook wat willen doen aan de cultuur van geslotenheid van het Edese bestuur. Bijvoorbeeld door het aantal beroepen op de wet openbaarheid bestuur te verminderen door aan de gemeente gevraagde informatie gewoon aan burgers te verstrekken. Dat burgers recht op informatie hebben over het handelen van de gemeente is op dit moment in Ede namelijk vaak niet altijd een vanzelfsprekendheid.
Uitdagingen genoeg dus, maar vooreerst gaat het vooral over kansen. Kansen voor GroenLinks om te laten zien dat zij op veel terreinen een directe invloed kan hebben op het Edese beleid. De achterban moet dan wel beseffen dat het sluiten van onaangename compromissen hierbij wellicht onontkoombaar is. Als de partij echter steeds goed kan laten zien wat haar invloed oplevert, kan dat acceptabel zijn. Of dat lukt is de vraag, maar saai wordt het met nieuwkomer GroenLinks in het college vast niet.
Spannend (en goed!) zal het pas worden met een minderheidscoalitie. Aan spannend alleen heeft de kiezer niets.