Waar je ook gaat, de billboards wrijven het er overduidelijk in. Net als de reclame in magazines of op tv. Of op het werk waar bazen azen op flexibele, jonge krachten. Jeugd is in, oud is uit. Voor lieden die niet zo piep meer zijn betekent dit werk aan de winkel. Op naar de shop voor de laatste mode. Naar de sportschool moet je voor een sixpack of een strak kontje. Het mag ook de tennisbaan of de golfclub zijn om daar, fanatiek achter de bal aanhollend, de dood steeds een stap voor te blijven. De echte professional trekt alle registers open en make-overt de body met behulp van botox, siliconen en anabolen steroïden tot-ie een ons weegt. Een beginnende ondernemer in Heerlen heeft plannen om jeugdgezichtsmaskers te ontwikkelen. De gemeente Assen lanceert nazorg voor 25 plussers én jongeren met een oude kop. In Leiden is een hoog bejaarde deelneemster betrapt toen zij zich inschreef voor de plaatselijke missverkiezingen, pardon, knapste mens contest. Bij FC Appingedam fluistert men dat de spits van de A-junioren 43 is.
Kijk, dat zijn de echte diehards!
Een dagje Mokum verzet de zinnen. Grachtje links, grachtje rechts, even wat bedelaars ontwijken. Zijn ze nu echt zo arm, of belazeren ze de kluit? In Londen schonk ik gul, maar zag ik dezelfde jongelui even later in een glanzende audi de bedelpoet verdelen. Mijn zwager is pas echt goed, die vraagt aan mij een muntstuk te leen als-ie een bedelaar spot, want hij kan er niet langs zonder iets te geven. Ik heb hem afgeraden om ooit de Keulse Rijnbrug te bezoeken, want daar kijken 100 bedelaars elke toerist zielig aan. Ach, er is zoveel armoe en zoveel rijkdom om ons heen… Maar de hoofdstad is zó mooi, als je effe de gemolesteerde vuilniszakken in de goot, én de druipende condooms in het struweel van de parken vergeet.
In de Kalverstraat ga ik op zoek naar een ouderwetse cd. Vanuit de etablissementen blaast de frisse adem van de jeugdcultuur me bijna omver. Nadat in een musicshop mijn oren ongewenst zijn gepenetreerd door een groep kinky hip hop noten, vraagt een piepjonge verkoopster wat ik zoek. Ik zeg het haar. ‘Een cd van Halsema’, herhaalt ze verbaasd, ‘zingt de burgemeester dan ook?’
Ik pers mij door smalle steegjes en slalom over drukke pleinen geplaveid met kinderhoofdjes – mensen, mensen, mensen. Maar waar zijn de grijze kruinen, rollators en wandelstokken gebleven? Is de hoofdstad nu zo jong, of ben ik zo oud geworden?
Wetenschappers denken dat de mens over een eeuw gemiddeld 120 wordt, misschien wel jong blijft tot zijn zestigste. Wel een beetje raar, denk ik, want om mij heen sterven vrienden en naasten, ver vóór dat zij de door het CBS berekende gemiddelde leeftijd van 81 halen!
Best wel uitgeput stap ik op de metro naar Diemen. Er hangt een stuk of wat kauwgumkauwende jongens in leren jacks achterover in de banken. Twee van hen hebben op hun iPod, of wat dan ook, nogal imponerende muziek aan staan, keihard tegen elkaar in. Kom, besluit ik, laat ik maar wat uit de buurt van hen gaan zitten, helemaal achteraan. Een halte verder stappen twee meisjes in. Ze kijken even rond en lopen recht op mij af. De een gaat naast me en de ander gaat tegenover me zitten. Terwijl de hele tram, op de rumoerige jongens na, leeg is. Bij de volgende halte stapt een jonge vrouw in… ook zij gaat, aan de andere kant van het gangpad, vlakbij mij zitten. Halleluja. Wie ondanks alles gelooft in zichzelf blijft kennelijk eeuwig jong.