Jeetje! In Brabant werd een man op de hoorn gespietst van een of andere tropische stier. Au. Met afgrijzen zag ik de ijzingwekkende stunt van columnist Herman Sandman van het Dagblad van het Noorden die midden in een weiland vol rare koeien zijn column voorlas: levensgevaarlijk! Omdat niets me liever is dan het welzijn van de Edese bevolking ging ik op onderzoek uit want in de Edese bossen loopt ook de nodige gekkigheid rond. Voorop in de strijd tegen het gevaar dat zich achter iedere heidestruik kan schuilhouden!
Zo wonen er in de bossen van Harskamp sinds een paar jaar wisenten. Geïmporteerd uit Polen, dus hartstikke handig, die Poolse wisenten. Ze hebben zelf hun eigen stal gebouwd en daarvan de muren gestuct. Bang zijn wisenten niet want ze lopen gewoon over het schietterrein van Defensie maar sinds soldaten daar oefenen door ‘pangpang’ te roepen bij gebrek aan kogels valt het gevaar voor de wisenten mee. Ze zijn volstrekt ongevaarlijk behalve als ze te veel bier uit de Aldi hebben gezopen wat dan wel weer regelmatig gebeurt.
In de Otterlose bossen, want die willen niet achterblijven, treffen we het Spaanse rund aan. Ze zien er gevaarlijk uit maar zijn makker dan menig Veluws lammetje. Maar als je ze wilt aaien storten ze loeiend op de grond en vragen de boswachter om een penalty en een gele kaart. Spanjaarden he? Verder niet boosaardig maar trek voor de zekerheid geen rode jas aan.
Als we verder fietsen dan maken we kennis met de ‘wilde paarden’. Ze lopen altijd links op het fietspad totdat je er, bergaf, aan komt stormen op je fiets en ze ineens overdwars op het fietspad gaan staan. Het zijn New Forest pony’s, komen oorspronkelijk dus uit Engeland en ze heten zo omdat een nieuw bos echt nodig is nadat deze ponyhooligans klaar zijn met het oude bos. Als je zelf ook maar links gaat rijden zijn ze niet riskant.
Nog een stukje verder vinden we de Schotse Hooglanders. Ze zijn nauwelijks te onderscheiden van hun Spaanse soortgenoten maar ze hebben een andere vacht. De Hooglander wordt niet voor niets het rastarund van de Veluwe genoemd vanwege de lange haren met een wat uitgezakt permanentje. Ze stinken uit hun bek naar whisky maar zijn absoluut onschadelijk, behalve als je met hoge snelheid met je buik op de hoorns duikt. Niet doen dus.
In Wekerom treffen we de moeflons aan. Schapen uit Corsica die gewend zijn op steile bergen te lopen en die hebben ze in Wekerom: de belt! Je kunt ze makkelijk herkennen die moeflons want na een jarenlang verblijf in de buurt van de vuilnisbelt geven de moeflons licht. Makkelijk te ontwijken dus of de provinciale weg, of zo u wilt: makkelijk te raken.
Ede heeft in het stadsbos (?) een aantal wolvarkens rondlopen. Uit Hongarije. Qua haardracht hebben ze iets weg van de Hooglander. Hecht jezelf niet aan de wolvarkens want ze worden geslacht voor ze Edes hebben leren praten. Laatst is één van de varkens bevallen wat wel vreemd was omdat er geen mannetje in de buurt was. Daarin schuilt ook het enige gevaar: dat je aan de keukentafel aan je vrouw moet uitleggen dat jij niet de vader bent.
Een stukje verderop trof ik twee zeldzame diersoorten aan. Een hert en een wild zwijn. Schuw en opgejaagd, maar wild. Echt wild! Ik vraag me dan af wat toeristen liever doen: achter het gaas naar een paar suffe koeien en paarden loeren of midden in een bos zonder hekken oog in oog staan met wild.
Gevaarlijk is het allemaal niet maar hoe natuurlijk is het allemaal, die beesten uit andere landen? Niet dus. Terwijl niet-inheemse bomensoorten massaal worden gekapt halen we wel allemaal exotische koeien en varkens naar Ede toe.
Maak van de Veluwe geen dierentuin, want de grootste dierentuin van Nederland hebben we al in onze gemeente: de entree is 11 euro maar dat is exclusief de toegang tot het KrollerMuller museum.