Nog niet zo lang geleden ging Het Nieuws de hele wereld over. Ede is de gelukkigste stad van Nederland! Dat wees een peiling immers uit. Zo’n uitslag is maar betrekkelijk want er circuleren ook onderzoeken waaruit blijkt dat burgers het prettigst wonen in de gemeente Rozendaal, of dat de tevredenste Nederlanders toeven in de omgeving van Assen. Neemt niet weg dat Ede ‘a nice place to be’ is.
Daarmee staat dan wel in schril contrast het aantal musea in Ede.
Binnen Ede Stad zijn we snel uitgeteld: één.
Binnen de bebouwde kom hebben we zegge en schrijven 1 museum – Het Historisch Museum. Dat was tot voor kort gehuisvest in het historische pand van het oude station. Helaas is het Historisch Museum nu ondergebracht in het moderne gebouw van Cultura. De mensen daar doen hun best, daar ligt het niet aan, maar voordat je het weet loop je op weg naar theater of bibliotheek het hele museum voorbij! Het is een verborgen hoekje in een groter geheel.
Soms kunnen mensen met wie je het meestal heftig oneens bent, de spijker op de kop slaan.
Dus: om met Donald Trump te spreken: that’s not good. This is a bad thing.
Een museum, en zeker als het je enige museum is, hoort een trots middelpunt van de stad te zijn. Gevestigd in een eigen pand in harmonie met het tentoongestelde en met een gevarieerd, rijk aanbod. Ede móét meer doen op museumgebied. De Hoge Veluwe met zijn 3 musea achter een hoge financiële drempel tel ik niet mee. En Ede Stad kan zich niet verschuilen achter Museum Oud Lunteren, Kijk en Luister in Bennekom of het Otterlose Tegelmuseum. Bovendien zijn wel de winkels op zondag geopend, maar de meeste musea zijn dan potdicht! Als Ede een Stad wil zijn, moet ze zich zelfstandig profileren. Moet ze meer dan 1 verborgen museum binnen de eigen stadsgrenzen herbergen.
Er zijn lichtende voorbeelden. Leiden, ongeveer even groot qua inwonertal, heeft 8 musea binnen de bebouwde kom. Acht! Zeker, Leiden is een historische stad met een eeuwenoude reputatie en universiteit, maar we laten ons toch niet kloppen met 8 tegen 1! Bovendien ligt niet ver van Ede ook een gerenommeerde universiteit. We moeten een tandje bijschakelen, dat zijn we ook aan de Wageningse universiteit verplicht.
Daarom een tegenoffensief. Ede timmert aan de weg met de Food Valley. Een reeks van initiatieven om voedsel en eten te verbinden met duurzaamheid, opvoeding en gezondheid. De gemeente won er zelfs een internationale prijs mee. Nu dan, laten we van deze rugwind, nu hij volop waait, gebruik maken.
We richten het Food Museum op.
Niks verhuizen van Cultura naar De Achterdoelen. Laat het Edes cultureel centrum maar lekker zitten waar het zit. En in de leegstand van De Achterdoelen starten we met het nieuwe Food Museum. De geschiedenis van de mens als jager, via de mens als landbouwer tot en met Jamie Oliver. Weetjes over diëten als de schijf van 5 en Montignac. Prijsvragen en games voor de jeugd, de hoogtepunten van Heel Holland Bakt en de beroemde Hollandse keuken door de eeuwen heen. En de streekproducten en werkwijze van de Food Valley natuurlijk. Laten zien hoe kaas wordt gemaakt en het dan proeven. Edese kaasmeisjes! Toegankelijk met de nationale Museum jaarkaart.
Dat wordt een topmuseum, om je vingers bij af te likken.