Er gebeurt iets in de hoofden van mensen als je ze een vervoermiddel geeft. Ik heb dat zelf ook. Op een parkeerplaats kan ik me gruwelijk irriteren aan voetgangers die midden op het pad slenterend naar hun auto toelopen, zo schuin mogelijk oversteken en voorkomen dat ik snel dat heerlijke plekje vlakbij de winkels in kan nemen. Als ik eenmaal een plekje heb gevonden dan slenter ik rustig naar de winkel toe, steek lekker schuin over en stoor ik me aan irritante automobilisten die me bijna overhoop rijden.
Laatst zag ik in de trein ook zo’n wonderbaarlijke metamorfose. In een volle trein kwamen twee dames binnen. Ik schat zo’n 50 jaar oud, droegen hoge hakken en ze waren bepakt en bezakt met tassen van winkels uit Arnhem Centrum. Duidelijk een gevalletje shop till you drop. In ineens veranderden die vrouwen, die moeiteloos van de Steenstraat naar de Korenmarkt sprinten op hun hoge hakken, in twee hulpbehoevende bejaarden die luidruchtig klaagden dat niemand voor ze wilde opstaan.
De meest bizarre transformaties zie bij mensen die gaan fietsen, en dan vooral bij mannen die gaan racefietsen. Ze trekken eerst een heel strak shirtje aan, dat zeven jaar geleden nog wel mooi zat, maar nu alleen nog maar ‘past’, en een rare glimmende broek. Bovenop het geheel komt dan een helm. Alles wordt afgemaakt met een zonnebril die niet bedoeld is tegen de zon maar er op gericht is herkenning te voorkomen. Want het ziet er natuurlijk niet uit, zo’n vijftiger met een dikke pens in een strak pakje waar zelfs Mien Dobbelsteen niet opgewonden van raakt.
Het maakt me nog niets uit, zo’n mannetje, maar het wordt pas echt vervelend als er meerdere bierbuiken tegelijkertijd gaan fietsen. Ze vormen dan ineens een peloton. Althans, dat denken ze. Er knapt iets in hun hoofden en van normale weggebruikers worden het ineens fietstokkies die volledig schijt hebben aan de verkeersregels en zich brullend een weg banen door het verkeer.
Rijdt er zo’n groepje achter je en willen ze er langs dan herken je dat aan een rauwe schreeuw want de fietsbel hebben ze van hun fiets afgehaald. Teveel weerstand. Ook licht zit niet op zo’n racefiets. Dat is het gekke van die racefietsen: hoe minder accessoires er op zitten des te duurder worden ze. Ze hebben wel altijd hun middelvinger bij zich, die gebruikt wordt als een medeweggebruiker een keertje protesteert tegen hun ‘professionele’ gedrag.
De wat rijkere wielrenners hebben een bidon bij zich die ze heel professioneel weggooien, net als op tv. Als Tom Dumoulin dat doet dan springen daar tien kinderen op af die zo’n bidon mee naar huis nemen. Als Henk Pietersen uit Ede dat doet dan ligt zo’n bidon daar zo maar een jaar of 20 weg te stinken in het bos. Zebrapaden kennen deze coureurs niet en ze denken dat ze net als Peter Sagan makkelijk voor of achter voetgangers langs kunnen scheren omdat ze hun eigen BMI wat te optimistisch hebben ingeschat. Rode stoplichten bestaan niet voor dit peloton. Die zouden er voor kunnen zorgen dat hun gemiddelde snelheid onder de 25 km per uur komt.
Maar het maakt de wielrenner allemaal niet uit wat we er van vinden want het gaat….om hem! En zijn peloton van te dikke vrienden op te dunne fietsjes met te strakke shirtjes en gekke broekjes. Het enige dat ontbreekt bij deze verzameling fietsdebielen is een camera. Ik denk dat deze fietsgekkies en ik dat met elkaar eens zijn: er moet een camera bij. Niet om het live uit te zenden op televisie, dat dan weer niet, maar om ze later te laten zien hoe hufterig ze zich gedragen als ze met z’n allen zijn.
Veel plezier op onze fraaie Edese fietspaden!