Vanaf deze week zullen de gemoederen op de Bergstraat eindelijk verhit worden want ook het Raadhuis gaat over op groene warmte. Dat is een eufemisme voor de verbranding van hout. Biomassa dus en dat wordt in Ede nog altijd duurzaam genoemd. Iets wat daar helemaal buiten lijkt te staan is de Sysselt, het (voormalige) bos waar ik nog wel eens loop.
Daar is de laatste tijd het onnodige onderhoud gepleegd aan de bomen wat in de praktijk gewoon betekent dat ze omgezaagd worden. De bomen worden dan netjes op een stapel gelegd en liggen daar dan een paar maanden in een mortuariumopstelling te wachten totdat ze verhuizen naar de houtafdeling van de Praxis.
Takken zitten er dan niet meer aan. Die zijn gepromoveerd tot resthout. Van die status mogen takken niet lang genieten want ze gaan in een machine en komen er als snippers uit waarna een tractor ze naar één van die mega-openhaarden brengt die we dan weer, ook nogal eufemistisch, warmtecentrales noemen.
In het nieuwsbericht van de gemeente wordt aangekondigd dat deze boscrematoria, waarvan Ede er drie heeft, ervoor zullen zorgen dat Ede in de toekomst fossielvrij wordt. Of daar ook sommige raadsleden mee worden bedoeld weet ik niet maar het klinkt redelijk optimistisch; in de praktijk zal dat vooral betekenen dat Ede in de toekomst bos – en boomvrij wordt. Want de kachel moet wel branden natuurlijk.
Volgend jaar zullen 20.000 huishoudens verwarmd worden door frituurpannen van het Warmtebedrijf. Er wordt dan bijgezegd dat dit gebeurd door de verbranding van prunus die nu in de bossen zouden staan.
Dat is de laatste jaren grondig gebeurd want ik zie nauwelijks vogelkers meer in het bos. En die ene vogelkers die er nog wel staat doet me altijd afvragen: hoe lang zou die nou branden? Van een vogelkers van een jaar of 10 oud kan de openhaard nog geen avond branden dus ik vraag me dan af waar al die plantages Amerikaanse Vogelkers in Ede staan.
Terwijl in heel Nederland de biomassacentrales politiek onder druk komen te staan omdat langzaam het besef groeit dat het verbranden van hout absoluut niet duurzaam is pocht de GroenLinks-wethouder: “Door deze stap te zetten willen we het goede voorbeeld geven.“ Dat lijkt me een uitnodiging aan iedereen om vanavond eens lekker de open haard op te stoken of die vuurkorf nog eens lekker in de hens te zetten. Het goede voorbeeld tenslotte maar dat lijkt toch niet de bedoeling.
De wethouder gaat verder: “Uiteindelijk moeten alle woonhuizen en panden van het aardgas af. Geen gemakkelijke opgave, maar nodig om op schone energie over te gaan.” Schone energie. Dat staat er dus echt. Ik geloof het allemaal niet meer.
Ik geloof niet dat we 20.000 huishoudens kunnen verwarmen door het verbranden van wat vogelkers en buxusbollen. En ik wil niet dat mijn huis wordt verwarmd door de takken van bomen waar ik vorige week nog onder liep. Ik zie liever vogelkers in het bos die CO2 opneemt in plaats van vogelkers die in 10 minuten wordt opgestookt en in één keer al z’n CO2 uitbraakt. Want de gemeente zegt wel trots dat er 243 ton aan CO2 uitstoot wordt bespaard door niet meer op aardgas te stoken in het Raadhuis maar vergeet er bij te vertellen hoeveel CO2 de Edese warmtecentrales uitkotsen.
Waar ik wel eens door verwarmd wil worden is een verhit debat in de gemeenteraad over de biomassacentrales in Ede. Maar wat dat betreft blijft het ijzig stil in het Raadhuis.
Als ik het goed heb werkte wethouder Hoefsloot voor zijn wethouderschap voor het bedrijf Vallei Energie.
Het artikel “IJzige stilte in plaats van een verhit debat” is mij uit het hart gegrepen. Ik begin langzamerhand te begrijpen dat het stoken van biomassa in de gemeente Ede inhoudt dat naarstig zal worden gezocht naar dunnings- en snoeihout om de warmtecentrales aan de praat te houden. Voorheen werd geroepen dat de Edese bossen meer biodiversiteit moesten vertonen en snoei- en valhout in verband met een gezond insectenleven vooral niet moest worden opgeruimd . Open haard- en kachelstokers mochten indertijd om die redenen nog maar op beperkte schaal hout sprokkelen. Het gebruikte hout nu, zoals sussend wordt beweerd, zal bestaan uit de “Amerikaanse Vogelpest (Prunus)”. Uit een lezing door een bosbouwkundige die ik kortgeleden bijwoonde blijkt dat het immer verfoeide gewas wel degelijk een functie heeft voor de verrijking van de bosbodem. De verguizing ontstond doordat het niet paste in het hier te lande gebezigde bosbeheer. Was het daarom voor wat de Edese situatie betreft dan ook niet verstandig geweest eerst een degelijk onderzoek te laten verrichten naar de waarde van het houtgewas alvorens tot massale verwijdering over te gaan? Het zou een mooie opdracht zijn geweest voor een wethouder die ook het gemeentelijk groen in zijn portefeuille heeft. Zal de Edese bijdrage aan de “natuur” zich dan straks beperken tot de zogenaamde “wilde bermen” langs wegen zo vraag ik mij af? Voor de opvang van CO2 wordt nog verbazend weinig gedaan in Ede. Wel is men bezig hier en daar het areaal heide uit te breiden door bomen te verwijderen en heidevelden op te schonen. Hoe zit het overigens met de aanwas van gesnoeid “openbaar groen”? Is er voldoende hergroei mogelijk? Hoe erg is nu eigenlijk de nood die zal ontstaan als we van het “Gronings” gas afgekoppeld zijn? Is onze huidige minister van Economische zaken en Milieu niet bezig een angstscenario te scheppen om te voorkomen dat we afhankelijk worden van het “Russisch” gas? Onze oosterburen gaan daar in het algemeen soepeler mee om gelet op de subsidie die aldaar wordt verstrekt als men overgaat op aardgas. Met de waterstofeconomie wil het ook niet vlotten. Is in Ede ooit overwogen om over te gaan op aardwarmte? Inderdaad heer Meijer wat meer “hitte” in de Edese gemeenteraad van tevoren zou niet slecht zijn geweest.
De wetenschap waarschuwt al jaren voor het gebruik van biomassa voor energieopwekking. Het is geen deel van de oplossing van de klimaatcrisis, maar deel van het probleem. Op de website van de SME worden de redenen voor het blijvend promoten van een onwerkzame oplossing nog eens op een rijtje gezet. Het is de hopen dat de gemeente Ede haar huiswerk doet, en snel begint met de afbouw van energie uit biomassa.