Een paar jaar geleden werd in Nederland het WK-Beachvolleybal gehouden. Prachtige locaties, schitterende beelden en gave topsport. Een fraai evenement met maar één smetje en dat smetje heette Erben Wennemars, een voormalig schaatser. Ik weet niet welke debiel bij de NOS op het idee kwam om een stotterende beroepspositivo met een Twents accent die alleen kan schaatsen de verslaggeving te laten doen van een volleybaltoernooi maar het was een slecht idee.
Je laat immers ook niet de Formule 1 races verslaan door Jesse Klaver.
Als analist van een voetbalwedstrijd vraag je niet Gerard Joling.
Bij een talentenjacht op tv heb je liever geen commentaar van Mark Rutte.
Ieder z’n vak.
Wat is het dan lekker om bij bepaalde evenementen commentaar te krijgen van mensen met ervaring. Tim&Tom Coronel bij de Formule 1, Pierre van Hooijdonk bij het voetbal en Jan Smit bij het songfestival.
Er is één branche die zich onthoudt van het inbrengen van ervaring en commentaar en dat is de politiek. Een paar weken geleden schreef voormalig wethouder Marije Eleveld op deze site nadat ex-collega Evert van Milligen een open brief schreef naar onze grote broer EdeStad. Prachtig commentaar van insiders op de ontwikkelingen rondom het World Food Center. Inzichten die je als burger niet snel zou krijgen uit de kaasstolp die de Bergstraat met al z’n geheime en vertrouwelijke overlegjes toch is.
De huidige politici vinden dat not done. Ik weet niet waar dat vandaan komt. Het lijkt me voor zittende politici juist leerzaam en nuttig om te kunnen leunen op de ervaring van voormalige collega’s. Juist in de politiek, waar het ‘personeelsverloop’ door de verkiezingen enorm hoog is. Om de vier jaar verdwijnt de helft van de gemeenteraad en het college. De wethouders die wel blijven zitten hebben mazzel. Die kunnen weer twee jaar profiteren van het gebrek aan ervaring van nieuwe volksvertegenwoordigers die tijd nodig hebben om zich in te kunnen werken in een unieke organisatie die met niets te vergelijken valt.
Ook voor de media is het dan handig om zich te laten souffleren door politieke rotten in het vak. De mensen die weten hoe de hazen lopen, het klappen van de zweep kennen en meer van dat soort spreekwoorden.
We zouden die kennis en kunde van voormalig politici, die de politieke bubbel hebben verlaten en met meer afstand naar de ontwikkelingen kijken, moeten koesteren. We kunnen er van leren. Maar we noemen dat not done. Het getuigt in ieder geval wel van veel zelfvertrouwen om die ervaring en kennis af te wijzen met kreten als ‘natrappen’ en ‘over het graf heen regeren’.
Dat zelfvertrouwen lijkt me behoorlijk misplaatst. De begroting in Ede is niet sluitend, basisvoorzieningen staan onder druk en de financiële positie van de gemeente Ede gaat steeds meer op die van mijzelf lijken: ellende.
Dan zou ik iedere hulp en kennis van voormalig bestuurders in dank aanvaarden. Maar je mag natuurlijk ook gewoon denken dat je na twee jaar raadslidmaatschap alles al weet. Dat je geen hulp nodig hebt. Maar laat dat dan zien! Hoe? Door de wachtlijsten op de Jeugdzorg in te korten, door het budget van het WFC binnen de perken te houden, door de mantelzorgwaardering op een fatsoenlijk niveau te brengen, groen te onderhouden in plaats van om te zagen, door een sluitende begroting te presenteren waarbij niet hoeft te worden bezuinigd. Maar dat is nu allemaal niet zo.
Tot het zover is zou ik alle kennis, kritiek en kommentaar van bestuurders die dit wel voor elkaar kregen bescheiden en nederig in ontvangst nemen.